Een aantal zomers geleden kwam er hier een hondje. Een opvangpup, voor een paar weken. Maar zoals dat gaat: natuurlijk konden we na twee weken geen afscheid nemen en mocht ze blijven.
Niet alleen omdat het zo’n lief hondje is, maar ook omdat het zo gezellig is, een hond in huis. Het leek hier wel een happiness-challenge! Geen wonder, veel dingen die je geluksgevoel vergroten, doe je met een hond spelenderwijs en vrijwel vanzelf. Daarom: tien redenen waarom je gelukkig wordt van een hond. (Nee, elf! Wacht, twaalf! Nee, dertien!)
1. Je komt vaker buiten (ook als het regent)
In de niet aflatende strijd tegen de betoverende werking van schermen, is de hond een echte strijdmakker. Die heeft niets met Netflix, televisie, Facebook of wat voor sociale media dan ook. Die wil gewoon lekker naar buiten! En wat het seizoen ook is, buiten is goed voor je humeur.
2. Er is iemand blij als je thuis komt!
Ja, pubers zijn óók lief, maar die staan echt niet te kwispelen als je thuis komt. En over pubers gesproken: die willen vaak echt niet dat hun moeder kwispelend met de thee klaar zit als ze thuiskomen, maar een hondje om even mee te chillen is een ander verhaal… (Overigens doet de hond nu al dingen die mijn kinderen echt al jaren niet meer doen voor een koekje, zoals blij aan komen rennen als ik roep.)
Happinez Krachtdieren deck
-
Welk krachtdier is jouw gids vandaag?
-
Trek een (dag)kaart ter inspiratie of doe een legging
-
Ontdek de wijsheden van 40 magische krachtdieren
3. Je hebt meer toevallige ontmoetingen
Sinds ik een hond heb, heb ik allerlei mensen leren kennen in de buurt die ik daarvoor alleen wel eens vanuit de verte had gezien. Een pup is altijd goed voor een praatje. Hoe oud is ze? Ach gossie, wat een lieffie. Een pup moet trouwens socialiseren: in contact komen met zoveel mogelijk verschillende mensen (niet alleen oud en jong, maar bijvoorbeeld ook mensen met fietsen, scooters, rolstoelen, kinderwagens…) Je socialiseert zelf ook als een dolle en al die kleine ontmoetingen zijn goed voor je geluksgevoel.
4. Je pubers worden (nog) leuker
Want ze doen dingen die ze anders nooit doen. ’s Morgens hun bed uit komen, bijvoorbeeld, zelfs in het weekend (een kwispelende hond aan je bed, wie biedt weerstand?). Ze gaan ook ineens spontaan mee naar het bos en het strand. Daar loop je dan gewoon een beetje te kletsen over van alles en nog wat: Wij-tijd!
5. Je speelt meer
Aan een touw trekken. Een bal weggooien. Maar ook koekjes onder bloempotjes leggen, zodat de pup moet ruiken waar het koekje zit. Verstoppertje spelen in het bos. Kunstjes leren. ’Je kunt haar ook gaan trainen als truffelhondje…’, bedacht een vriendin met ’n culinaire hobby. Wat een goed idee! (Waarom spelen zo belangrijk is, lees je hier).
6. Je lacht vaker
Een hondje dat per ongeluk een mini-vijvertje instapt en verschrikt aan komt rennen, met kroos op d’r snuit. Een hondje dat stomverbaasd naar een tennisbal zit te kijken. Een hondje dat keihard rondjes rent door hoog gras. En dan dat gekwispel de hele dag, je wordt er echt vrolijk van.
7. Je ziet je vrienden nog ‘s
‘Ik heb een prachtig bos ontdekt bij Hilversum!’ appte ik net, want van mijn vriendinnen heeft er één, ook een pup, en de ander al jaren een border collie. Samen met de honden naar het bos, na afloop een terras. Ja, we hadden ook zonder honden af kunnen spreken, maar op de een of andere manier kwám het er de afgelopen jaren niet vaak van. Nu wel.
8. Mindfulness!
Een jonge hond staat om de drie meter stil om te snuffelen, en nou ja, je staat daar zelf óók en dan ga je vanzelf om je heen kijken. Naar de duiven, die ’s morgens zachtjes koeren op de schoorsteen van de buren. Je snuift de geur van de eerste herfstbladeren op. Wacht, voel je regendruppels? Kortom: een paar porties mindfulness per dag krijg je spelenderwijs binnen. Het is trouwens heel lekker om nog even een frisse neus te halen voordat je naar bed gaat. Slaap je daardoor beter, of lijkt het maar zo?
9. Je doet nieuwe dingen en leert jezelf kennen
Zo’n puppycursus is een uitgelezen kans om je leiderschapskwaliteiten te ontwikkelen. Moet je zien wat je voor elkaar krijgt met een koekje. Zit! Goed zo! (Had ik alle nieuwe sociale contacten al genoemd?)
10. Je komt vaker in het bos
En ook op andere natuurplekken. Plekken niet ver van je huis, waarvan je geen idee had dat ze er waren. En weet je wel hoe goed al dat groen voor je is?
11. Je wordt fitter
Simpel: je beweegt meer. En als je vaker buiten bent, maak je ook meer vitamine D aan. Waarom dat belangrijk is, lees je hier.
12. Meer geknuffel
Aanraken, strelen, knuffelen, het is goed voor een mens. Hoe meer, hoe beter. Zo’n hondje aaien, dat is een anti-stress-moment, je wordt er rustig van.
13. Het huishouden wordt georganiseerder
Verrassend, maar waar. Zo hebben wij, wegens een hond die dól is op sloffen en schoenveters, nu een afsluitbare wasmand in de woonkamer staan, waar iedereen keurig z’n schoenen in doet. Zelfs ik. Stoelen worden netjes aangeschoven, anders springt de hond op tafel. Iedereen ruimt hier tegenwoordig zelfs z’n sokken op. Nog nooit vertoond!
Liever een kat?
Voor de volledigheid: er zijn natuurlijk ook nádelen aan het hebben van een hond, dus voordat je er een in huis haalt, doe ’n driedubbele check of het ècht iets voor je is. Nog een belangrijke kwestie, die Pauline onderzocht: huisdieren en duurzaamheid, hoe doe je dat? Als het gaat om mindfulness scoren katten trouwens waarschijnlijk hoger – lees dit stukje maar, over wat je kunt leren van een kat.