Heb je alles wat er maar te vinden is over minimalisme verslonden en vraag je je bij alles inmiddels standaard af of het wel ‘joy sparkt’ voor je iets nieuws in huis haalt, maar ligt die ene la nog steeds vol rommel? Of krijg je het ondanks alle goede adviezen maar niet voor elkaar je kledingkast eens tot op de bodem uit de mesten? Misschien lukt het je met de tips van Gretchen Rubin wél.
Rubin is een bekende Amerikaanse schrijver over gewoonten en geluk. Haar eerste en meest bekende boek, The Happiness Project, werd in tientallen talen vertaald en ging meer dan een miljoen keer over de toonbank. In Outer Order, Inner Calm: Declutter and Organize to Make Room for Happiness (nog niet in het Nederlands beschikbaar) leert ze je om stapsgewijs meer controle te krijgen over je spullen. De winst: meer ruimte in je hoofd en in je leven voor alles wat waardevol is voor jou. Deze tips kun je vandaag al toepassen om dat laatste beetje rommel de deur te wijzen.
1 Maak een foto van de chaos
Als je het moeilijk vindt om te beginnen met het opruimen en weggooien van de rommel op een bepaalde plek in huis, maak er dan een foto van. Een foto laat je op een nieuwe manier kijken. Het verandert je perspectief en zorgt voor een bepaalde afstand. Dat maakt het makkelijker om te beslissen wat je wel en niet wilt houden. Extra leuk: als je na het opruimen weer een foto maakt, zie je meteen het verschil dat jouw tijd en moeite heeft gemaakt.
2 Bepaal de ex-factor
Dit is een gouden tip als je maar niet kunt besluiten of een kledingstuk mag blijven. Vraag jezelf af of je het zou willen dragen als je per ongeluk je ex tegenkomt, of dat je dan toch liever iets anders uit de kast had getrokken. Het antwoord op die vraag zegt waarschijnlijk genoeg.
3 Laat gerust een project in de steek
Onafgemaakte projecten die ergens in huis rondslingeren vreten energie. Elke keer dat je wordt geconfronteerd met het onafgemaakte resultaat van een nieuwe ‘hobby’, huishoudelijke klus of creatief experiment voel je ongemak en schuld. Waarschijnlijk laat je ze bewust in het zicht liggen, zodat je niet vergeet dat je het nog af moet maken. Maar of dat nu zo’n goed idee is… De keuze is aan jou: óf je zet jezelf ertoe die sjaal eindelijk af te breien of dat dressoir in de lak te zetten, óf je kapt er helemaal mee. Ruim in dat laatste geval de boel (eindelijk) op: uit het zicht en uit je bewustzijn.
4 Verander de context
Hoe langer spullen op een bepaalde plek liggen, hoe lastiger het is om je ze ergens anders voor te stellen. Zorg dus voor een nieuwe context. Doe alle rommeltjes in een doos of bak en zet die in een andere, opgeruimde ruimte neer. Zo maak je het jezelf makkelijker om te beslissen wat je ermee wilt doen.
5 Denk aan de toekomst (en je geliefden)
Beeld jezelf een moment in de verre toekomst in, waarop je rouwende nabestaanden jouw huis komen leegruimen. Welke spullen zouden zij willen houden? En wat geven of gooien ze liever weg, denk je? Je kunt je geliefden een hoop toekomstig werk besparen door de klus nu al zelf te klaren.
6 Maak een mystery box
Iedereen heeft ze: kabeltjes, afstandsbedieningen en losse onderdelen van apparatuur waarvan je bij god niet weet wat je ermee moet, maar die je ook niet durft weg te gooien. Want: stél dat je ineens toch dat kabeltje voor machine X nodig hebt? Verzamel ze allemaal in een doos. De spullen die een jaar later nog steeds in de doos zitten, kun je met een gerust hart weggooien.
7 Drie keer is scheepsrecht
Twijfel je vaak of je iets wel of niet kwijt wilt, en laat je het steeds maar waar het is? Helemaal prima. Tenminste, de eerste en de tweede keer dat je het je afvraagt. Vraag je je voor de derde keer af of iets de moeite van het houden waard is, dan is het tijd om er afstand van te nemen.
Meer lezen?
- De 4 gedragstypes van Gretchen Rubin
- Steeds een beetje beter: verander je gewoonten met Gretchen Rubin
- Zo houd je je huis ook ná het opruimen Marie Kondo-proof