Ben je verliefd? Grote kans dat je niet meer helder nadenkt. Volgens Marnix zijn we extreem naïef als het gaat om onze crushes, en zien we alleen wat we willen zien. Waar we intens naar verlangen, en wat we missen in ons leven.
Elke keer dat we verliefd worden houden we onszelf voor de gek. Of het nou halsoverkop is of schuchter en geleidelijk: we bekijken de ander zoals we hem of haar wíllen zien. Niet zoals hij of zij écht is. We zien waar we intens naar verlangen, wat we zo hartstochtelijk missen in ons leven. En vooral de eerste maanden van de prille relatie zoeken we continu naar bevestiging van die eerste indruk.
Gelukkig maakt onze enorme roze bril dat lekker makkelijk.
Het is een interessant fenomeen, die vertroebelde blik. Maar wat vooral opvalt is de overschatting van ons vermogen de ander realistisch te lezen onder deze specifieke omstandigheden. Als we voor iemand vallen hebben we genoeg aan een paar minimale details om meteen álles geweldig te vinden.
Ontdek ook ‘Kristallen by Happinez’
-
Chakra’s in balans: zo gaat je levensenergie weer stromen
-
Handige kristallenindex: de betekenis van 67 kristallen
-
En nog veel meer
Hij lacht leuk (‘Wat een vrolijk type, die kan me vast voor altijd gelukkig maken!’), zij zegt iets slims (‘Intelligente dame, ik voel me ineens een stuk ontwikkelder!’), en we hebben ons plaatje van de ander compleet. Meer hoeven we niet te weten. Volautomatisch en heerlijk zwijmelend negeren we het feit dat we in werkelijkheid te maken hebben met een wildvreemde. Zelfs na een paar maanden weten we eigenlijk nog niks van hem of haar. Maar nergens is projectie zo hardnekkig en effectief als in deze periode.
Als het gaat om onze crushes zijn we extreem naïef. Dat eerdere relaties stuk voor stuk hopeloos omvielen, dat veel stellen om ons heen slechts met de grootst mogelijke moeite samenblijven (en vaak gewoon níet), vergeten we zonder enige moeite. Het past gewoon niet in het overweldigende gevoel dat we nu koesteren. En zelfs al dénken we er een beetje over na en zíjn we een tikkeltje kritisch, dan is de kabbelende twijfel nog steeds makkelijk dicht te smeren met het ‘Staatsloterij-argument’: íemand moet ‘m uiteindelijk winnen.
Dus waarom zouden wij dat niet zijn?!
Dat de meeste relaties het niet redden is verdrietig, maar eigenlijk heel logisch. En voorspelbaar. Er wordt meestal zó belachelijk veel verwacht van onze wederhelften, dat het een wonder zou zijn als iemand daar allemaal aan voldoet. Sterker nog: vaak hebben we al de grootste moeite om met onszelf te leven. Hoe kunnen we dan denken dat iemand anders daar wél toe in staat is? Maar pas als het droombeeld dat we bij de eerste ontmoeting automatisch vormden langzaam barstjes begint te vertonen, en de – vele – onhebbelijkheden van onze geliefde zich voorzichtig laten zien, begint de echte test.
Moeten we dan maar niks meer wensen en niet meer dromen als het gaat om liefde? Moeten we ons gedragen als kille boekhouders die kijken naar de balans van onze emoties?
Natuurlijk niet.
Want uiteraard is de hooggespannen verwachting rond onze relaties een belangrijk onderdeel van het spel. Als je standaard zou rekenen op een mislukking, kun je er net zo goed níet aan beginnen. Dan is er ook niet meer die fijne spanning, dat suikerzoete, en die stralende potentiële toekomst. Verliefd worden met de rem erop druist in tegen de essentie van romantische liefde, tegen het hele idee van heerlijk halsoverkop je hart verliezen. Bovendien zou een voortdurende risicoanalyse de lol er al snel afhalen.
Maar er is nóg iets.
Volgens mij is het namelijk keihard noodzakelijk, die onredelijke gelukscurve, anders zou het nooit zoveel pijn doen achteraf. En die pijn hebben we nodig. Die heeft een functie in dit kleurrijke toneelstuk dat leven heet. Het sluit een unieke periode af met een dikke, bloederige punt. Het maakt ons een beetje nederiger, en wijzer.
Nou ja, een beetje dan. Want de nieuwe love of your life wacht om de hoek.
En deze keer wordt het écht anders!