Het is maandag en ik werk me door een overvolle mailbox heen, voordat ik verder ga aan de roman die ik aan het schrijven ben. Boven mijn hoofd, in de keuken, vormen de resten van het ontbijt een mooi stilleven. Als ik mijn voet verplaats piept er een kinderspeeltje.
Ik raap het niet op, maar schop het weg. Verder tikken. Ik ben vastbesloten: ik ga de maandagochtend niet besteden aan opruimen. De hele flikkerse weekendbende zal onaangeroerd blijven liggen totdat ik minstens één nieuwe scène heb geschreven.
Dat zal een doorbraak zijn, want bij mij verloopt een gemiddelde werkdag ongeveer zo: kinderen naar school brengen. Nu kan ik schrijven. Ontbijttafel afruimen. Ik wil schrijven. Was draaien. Eigenlijk zou ik moeten schrijven. Boodschappen doen. Drie zinnen schrijven. Was in de droger stoppen. Ik zou nu moeten schrijven. Verlepte bloemen weggooien, tandartsafspraak voor kinderen regelen. Ik heb nog een uur om te schrijven. Oppas regelen voor vrijdagavond. Schrijf in godsnaam iets! Kinderen ophalen.
Huishoudelijke mededelingen
Als mijn thuiswerkende status ter sprake komt, roepen mensen altijd meteen hoe handig dat is met kinderen. De gedachte is dat je, flexibel als je bent, altijd wel je zieke oppas kunt vervangen en iemand naar zwemles kunt brengen. Dat is inderdaad heel handig, voor iedereen, behalve voor de schrijfster in mij. Als ik aan een boek werk, stap ik de drempel over naar de wereld van de verbeelding. Hier heerst de fantasie en niet de orde van de dag. Voordat ik kinderen kreeg, was dat ook daadwerkelijk zo: als mijn werkkamer onder water zou lopen, zou ik mijn voeten optrekken en doortikken. Maar inmiddels weerklinken er tijdens werktijd steeds meer huishoudelijke mededelingen in mijn hoofd en ruimt de muze het veld zodra de gedachte postvat dat de muesli op is of mijn dochter haar vestje is vergeten.
Ontdek ook ‘Kristallen by Happinez’
-
Chakra’s in balans: zo gaat je levensenergie weer stromen
-
Handige kristallenindex: de betekenis van 67 kristallen
-
En nog veel meer
Ik ben niet de enige – en jij ook niet als je hetzelfde ervaart. In 63 procent van de gezinnen werken beide ouders, heeft het CBS gemeten, en slechts 4 (vier!) procent van die ouders combineert werk en privé moeiteloos. Een op de acht werknemers met jonge kinderen geeft zelfs aan er wekelijks problemen mee te ervaren. Toch is het een gevecht waar veel mensen met geen woord over reppen. Want natuurlijk ga je midden op de werkdag naar dat liedjesconcert van je kleuter en knik je gehoorzaam ‘ja’ als de juf jou nadrukkelijk vraagt om ook eens mee te gaan naar dat schooluitje – ook al weet je dat je werk in de soep zal lopen en je baas, als je die hebt, het tegen je kan gebruiken.
Mama werkt
Misschien helpt het als we er gewoon eerlijk over zijn, tegenover onszelf, andere ouders en eventuele bazen. Het werkende leven en het gezinsleven zijn een prachtige aanvulling en tegenhanger van elkaar, we zouden geen van beiden willen missen en kunnen in die rollen alle kanten van onszelf ontplooien. Maar godallemachtig, wat kan het een uitputtingsslag zijn en laten we dat gewoon maar eens benoemen. Oplossingen heb ik niet. De keren dat ik me heb voorgenomen om ’s avonds, zodra de kinderen in bed liggen, verder te werken zijn talloos en de keren dat ik dat na het spelen, koken, eten, voorlezen, badderen, tanden poetsen en slaapliedjes zingen ook daadwerkelijk heb gedaan zijn op één hand te tellen.
Maar vandaag is alles anders, ik voel dat het me gaat lukken. Alles kan wachten. Mama werkt.
Meer lezen?
- Zo’n soort moeder – Susan Smit over het beeld van de ouder die je wilt zijn
- Wat gaat er in dat hoofdje om?
- Zeg als ouder ook sorry tegen je kind