Ze klinken zo mooi en verlicht, die spirituele oneliners. Maar wat zeggen we eigenlijk? En is het waar? Susan Smit toetst, keurt, wikt en weegt.
‘If you can dream it, you can do it.’
Walt Disney zei bovenstaande spreuk letterlijk, maar er rouleren eindeloos veel varianten op de ‘volg je droom en er gebeuren wonderen’-doctrine. De kortste: ‘Leef je droom’. Het idee is dat als je ergens maar genoeg in gelooft, het werkelijkheid zal worden. Voor Amerikanen is deze ‘je kunt alles bereiken wat je verlangt’-gedachte een evangelie. Meneer Disney in het bijzonder zal tot zijn verbijstering hebben toegezien hoe animatoren zijn verbeelding tot een realiteit smeedden. Alleen zijn er in tekenfilms buitengewoon weinig grenzen aan wat er mogelijk is.
Dan het echte leven. Je hoeft maar een voorronde van een gemiddelde talentenjacht op televisie te bekijken om te zien dat men, en nu breng ik het uiterst voorzichtig, niet altijd met de talenten is uitgerust om te realiseren waar men van droomt. Dat komt door één aspect: de afkomst van de droom. Is de wens ingegeven door het ego (met een aangeboren zucht naar roem, aandacht en fortuin) dan zal het tegen allerlei grenzen en obstakels aan botsen. Volharden in de droom levert dan niets dan frustratie en teleurstelling op. ‘Leef je droom’ wordt ‘leef je nachtmerrie’.
Maarrrrrr… is de droom geboren vanuit het diepst van je ziel of de puntjes van je tenen, dan wordt het een heel ander verhaal. Voorbij dat behaagzuchtige, behoeftige buitenste laagje van onszelf dat we ego noemen is heel goed voelbaar wat je te doen staat in dit leven. En – zo efficiënt is de voorzienigheid wel – daarvoor ben je altijd toegerust met de juiste eigenschappen en kwaliteiten. Het verlangen (of de absolute noodzaak) is de aanjager, en na de eerste stapjes in die richting voel je de wind in de zeilen. Of je er maatschappelijk succes mee boekt is volstrekt irrelevant. Je leeft niet je droom, maar je voelt dat je leeft!