Volgens Marnix ontstaat de grootste wijsheid uit onzekerheid. Want hoe graag we de wereld ook willen reduceren tot kleine feitjes, in werkelijkheid is kennis wankel. En juist wanneer we accepteren dat we niets weten, worden we wijzer.
‘Marnix legt je uit waarom het verstandig is om niks te doen als de gemoederen hoog oplopen’. Ik keek naar de kop boven mijn column, en vond het ineens heel raar. Niet de tekst op zich, maar de pretentie van een dergelijke claim. Alsof ik alles weet. Marnix de Almachtige, de Grote Leraar, het Orakel. De man die wel eventjes komt vertellen hoe dingen in elkaar zitten, en hoe je moet doen. Het voelde alleen nog maar vreemder omdat ik eigenlijk elke dag minder van de wereld snap. En dat is geen valse bescheidenheid.
Ik weet heel, heel erg weinig, omdat ik besef dat alles wat ik lees en zie en tot me neem altijd maar een flintertje van de waarheid is. Dat was ooit wel anders. Hoorde ik vroeger iemand iets zeggen over, ik noem maar wat, gluten, dan stond er meteen een verhaal klaar. Ik had namelijk overal wel iets over gelezen (artikeltje hier, columnpje daar), en deed vervolgens dolgraag mijn duit in het zakje. Maar wat wist ik wérkelijk? Ik noemde het kennis, maar eigenlijk was ik gewoon een feitenpapegaai.
Zo gaat dat: we doen alsof het leven te reduceren is tot kleine, handzame brokjes. Dat het van A tot Z te kennen is, volledig te doorgronden, geestelijk te overmeesteren en te managen. Maar ik weet niet eens waarom mijn hart klopt zonder dat ik er moeite voor hoef te doen, of waarom er uit een eikel een eik groeit, en geen iep. Of waar liefde precies zit, en hoe het komt dat ik niet goed kan luisteren naar Frans Bauer.
Ontdek ook ‘Kristallen by Happinez’
-
Chakra’s in balans: zo gaat je levensenergie weer stromen
-
Handige kristallenindex: de betekenis van 67 kristallen
-
En nog veel meer
Dat we alles zouden kunnen weten en verklaren, vind ik eigenlijk een steeds belachelijker idee. Het bestaan proberen terug te brengen tot feitjes en puzzelstukjes, zodat we ooit alles snappen, is het resultaat van angst. Met het non-stop verwerven van en kauwen op kennis proberen we onze onzekerheid weg te bluffen. Door alles zogenaamd te doorgronden, lijkt de toekomst minder eng. En zo struikelen we door de dag heen, met gekleurde ideeën over de wereld, met onze zogenaamde zekerheden. Vrij aandoenlijk, behoorlijk naïef.
Want de man die zijn collega’s bij het koffieapparaat uitlegt hoe het Nederlands elftal wél had moeten spelen, of de vrouw die op het terras vertelt hoe haar vriendin zich moet gedragen in tijden van romantische crises, weten evengoed ongeveer niks. Alleen doen ze, zoals wij allemaal, alsof het anders is. We kakelen een beetje na, proberen eens wat uit. We onthouden een lesje, plakken er een stukje nieuws bovenop, gooien er een quote tegenaan, en creëren zo onze eigen waarheid. Het voelt veilig. Ook al is het schijn.
‘Kennis is macht’, zo luidt het gezegde. Maar dat is slechts ten dele waar. Kennis is namelijk ook de grens van je werkelijkheid. Kennis is waar je blik op de wereld en al haar wonderlijke fenomenen stopt; daarbuiten ligt het onbekende. En dus is kennis precies zo beperkt als wat je weet. Het laat je slechts zien wat je hebt geleerd, niet wat er ís. Het klampt zich continu vast aan een realiteit die past binnen een subjectief beeld. En in veel gevallen maakt het ons juist lui en gesloten, omdat het nu eenmaal de aard van kennis is om zichzelf automatisch te begrenzen. Je weet nooit wat je níet weet.
En dat terwijl het ook anders kan. Als je feiten en concepten over de realiteit niet meer zo onvoorwaardelijk belangrijk maakt, ontstaat er ruimte. Dan maakt kennis vaker plaats voor wijsheid, en daarmee krijg je het ideale levensroer in handen. Echte wijsheid leeft op het diepste universele niveau. Het is de speeltuin van ware levensvervulling, de bron van liefde, empathie, ruimte voor jezelf en anderen, en wezenlijke creativiteit. Het is dat wat je niet uit een boekje, documentaire of universitaire studie haalt, maar zomaar ineens weet, precies op het juiste moment. Het is het zachte duwtje in je rug dat geen voor- en tegenlijstjes nodig heeft, maar je moeiteloos fluisterend op je pad houdt.
Vroeger was kennis mijn houvast, mijn ding, mijn alles; tegenwoordig houd ik het bij nieuwsgierigheid en nederigheid. Het is de glasheldere realisatie dat wat ik weet, nooit meer is dan een schamel fragmentje van de werkelijkheid. Het is het diepe besef dat het allemaal continu verschuift, dat alles steeds verandert, golft en beweegt. Want alles is tijdelijk en vergankelijk, ook al proberen we het krampachtig te bevriezen met kennis.
Ik snap er eigenlijk niks van. Maar in mijn ogen is dat alles wat ik hoef te weten.