Vanachter een bureau non-stop originele ideeën spuien is weinigen gegeven. Gelukkig hoef je dat ook niet van jezelf te eisen. Er zijn genoeg trucjes die je een handje kunnen helpen. In dertien lessen leren we je creatiever denken en leven.
De eerste stap is altijd zo veel mogelijk ideeën verzamelen. Dit kun je op verschillende manieren doen.
1. Bladeren
Pak een stapel tijdschriften en duik erin. Al bladerend kun je wegmijmeren en via een omweg tot ideeën en misschien oplossingen komen. Je ziet een plaatje dat je op andere gedachten brengt, je leest een kop die een nieuwe toon aanslaat. Zo stap je uit je eigen groef.
2. Analogieën
Door middel van associëren met woorden uit een totaal andere context kan je geest nieuwe richtingen kiezen. Prik een woord uit het woordenboek. Leg vervolgens een link tussen het woord en het probleem dat je wilt oplossen. Je gaat je uitdaging van een andere kant benaderen.
3. Morfologie
Schrijf alle ideeën, kenmerken en mogelijkheden op die met je uitdaging te maken hebben. Bijvoorbeeld links de ideeën, boven de kenmerken, rechts de mogelijkheden. Verbind ze dan met elkaar. Zo kom je elke keer weer op nieuwe gedachten.
4. Omgekeerd denken
Keer het om. Stel je jezelf bijvoorbeeld de vraag: ‘Hoe kunnen we het aantal spijbelaars op school terugdringen?’, brainstorm dan over het idee: ‘Hoe kunnen we zo veel mogelijk kinderen aan het spijbelen krijgen?’
5. Kruisbestuiving
Vraag experts in andere vakgebieden dan het jouwe hoe zij je probleem zouden aanpakken.
6. Surfen
Google regelmatig een uurtje weg op internet, zwerf de wereld over op Google maps of bezoek creatieve sites als Pinterest om je te laten inspireren.
Oefening 1: Blijven schrijven
Pak een groot stuk papier en begin te schrijven. Begin vooral in het midden en gebruik het hele vel. Leg je pen niet weg en schrijf het liefst aan één stuk door. In twee minuten moet je zeker vijftig woorden kunnen schrijven. Let op: je hoeft niets te doen met het resultaat, maar laat het niet slingeren – een beetje psycholoog kan er jaren mee vooruit!
Deze techniek komt neer op het uitzetten van de ratio terwijl je schrijft. Je kunt het vooral gebruiken als je je hoofd even leeg wilt maken. Dat is overigens minder makkelijk dan je denkt, en het gaat eigenlijk niet of nauwelijks achter de computer.
Oefening 2: Lekker kliederen
Voor de een vanzelfsprekend, voor de ander ongehoord. Neem een groot vel papier en vetkrijt, plakkaatverf of kleurpotloden. Teken in het midden iets van je opdracht of kans. Een eigenschap of een facet. Zoek een andere kleur en teken in een van de hoeken datgene wat over je onderwerp naar boven komt.
Waar het om gaat bij deze aanpak is dat je doelbewust wat andere zintuigen prikkelt. Daarmee creëer je ruimte voor jezelf rond je opdracht of kans. Je hoeft het allemaal niet te beredeneren. Gebruik zo veel mogelijk kleuren. Je kunt bijvoorbeeld kiezen om je gevoel over de verschillende aspecten in de kleuren te laten meewegen. Ook hier geldt: je hebt geen enkele ambitie om iets moois of zinnigs te maken. Je enige doel is even uit het verbale te stappen en zo ook andere gebieden van je denken te gebruiken.
Oefening 3: Opgelost
Soms lijkt een probleem maar op één manier opgelost te kunnen worden. Maar voor hoeveel problemen kun je dezelfde oplossing gebruiken? Verzien om te oefenen eens 25 manieren om een luciferdoosje te gebruiken.
In dertien lessen leren we je creatiever denken en leven. Bekijk hier de volgende les.