Dankbaarheid heeft een zweverig imago, maar is het niet veel praktischer dan we denken? Lisette Thooft heeft moeite met de spirituele insteek van dankbaarheid – want wordt het dan niet een truc? Misschien is het wel veel meer een geschenk, een gevoel dat je soms zomaar overspoelt.
Wat zeg je dan?
Ik ben vaak dankbaar, wil ik maar zeggen. Op de gekste momenten. En voor de gekste dingen. En toch heb ik een paar problemen met dankbaarheid. Ten eerste ziet het ernaar uit dat dankbaarheid tegenwoordig verplicht is in de spirituele wereld. De gedachte is dat je dankbaar moet zijn, en wel voor álles wat er gebeurt, hoe lastig ook. ‘Een echte zoeker voelt zich altijd dankbaar,’ doceerde goeroe Osho bijvoorbeeld. Dat is het algemene beeld: hoe spiritueler je wordt, hoe dankbaarder je bent. Mooi hoor. Maar ook een beetje beklemmend, zo’n opdracht.
Daarbij hoor ik mijn moeder, vroeger toen ik een kind was, die me toesiste: ‘Wat zeg je dan? Dankjewel mevrouw, dankjewel meneer!’ Ook als me iets werd opgedrongen wat ik helemaal niet wilde hebben. Of als ik iets kreeg wat ik de normaalste zaak van de wereld vond. Of als ik zelf allang van plan was om netjes te bedanken. Dus dat moeten, dat zit me niet lekker. Maar voor dat gevoel van weerstand zou ik natuurlijk ook dankbaar moeten zijn. Want ook dat leert me weer iets.
De dankbaarheidsknop omzetten
Al die mensen die zeggen dat je dankbaar moet zijn, doen net of je ergens een schakelaar hebt die je kunt omdraaien en hup, je stroomt over van dankbare gevoelens. Zoals Osho: ‘Begin maar eens dankbaar te zijn.’
Ook als de regen tegen de ruiten striemt en je weet dat je er straks uit moet? Ook als je roodstaat en er komt weer een rekening binnen? Ook als je vriendje je heeft bedrogen met je beste vriendin? Je kunt op zulke momenten wel dénken dat je dankbaar moet zijn, je kunt het hardop zeggen, je kunt het op briefjes schrijven en die overal in je huis opplakken als mantra – maar kun je het ook op commando vóelen? Dat lijkt me niet. Zou er niet een gezond proces van emotionele verwerking moeten plaatsvinden voordat je aan de echte gevoelens van dankbaarheid toe bent?
Het leven is mooi en lelijk tegelijk
Soms kan dankbaarheid je overvallen en overspoelen, als genade. Het kan mensen in de meest onwaarschijnlijke omstandigheden treffen en het is doorgaans sterk religieus getint. Als je dankbaarheid voelt, dan is er ook iets of iemand aan wie je dankbaar bent, aan wie je dank wilt zeggen. Zoals de joodse Etty Hillesum, die in kamp Westerbork in haar dagboek schreef dat God haar zo rijk had gemaakt, zelfs tijdens haar tijd in dit kamp.
Haar leven voelde ze als één enorm, onuitsprekelijk heerlijk geschenk, wat er ook gebeurt. Maar als je haar dagboek leest, begrijp je ook hoe zij in die staat geraakt was: door de pijn van het leven juist te omarmen. Ze was niet alleen maar dankbaar, ze liep ook constant rond met een gebroken hart. Voor haar gevoel was er in haar leven elke dag plaats voor alles: voor het meest hartverscheurende lijden, en daarnaast ook voor het genieten van de bloeiende en geurende jasmijn, of een stukje blauwe hemel. Maar wat kun je doen om dat heerlijke gevoel op te roepen?
Zo word je bewust van wat je ontvangt
Wat bij mij werkt, is de dankbaarheid van anderen. Op internet is dit filmpje te zien waarin een stel mensen een walvis redden die verstrikt is geraakt in nylon visnetten. Ze hebben het hele proces gefilmd en je kunt nagelbijtend meeleven terwijl ze met veel moeite het net lossnijden. Als de walvis vrij is, zwemt hij niet zo snel mogelijk weg, nee, hij blijft nog een hele tijd in de buurt en maakt de prachtigste salto’s in zee van pure vreugde. Het lijkt echt een show, speciaal bedoeld als dank aan de redders. Het is zo ontroerend dat de tranen me over de wangen liepen bij het kijken. En mijn hart bonsde van… ja wat? Mededankbaarheid, kun je het misschien noemen. Maar ik voelde me ook dankbaar tegenover die redders, dat ze zo’n bijzonder dier hadden bevrijd. En zo’n mooi filmpje op internet hadden gezet.
Ook als je zelf iets geeft aan iemand die daarvan duidelijk heel blij wordt, kun je van de weeromstuit dankbaarheid voelen. O wat heerlijk dat het cadeau zo goed is gevallen. Dankjewel dat je zo blij bent. Dankbaarheid is dus aanstekelijk. Als je geeft wat er te geven valt, dan straalt de dankbaarheid van anderen ook op jou af. Je zou misschien denken dat dit de logische volgorde is: eerst krijg je iets, dan ben je dankbaar en dan geef je uit dankbaarheid ook aan anderen. Maar waarschijnlijk werkt het precies andersom: eerst geef je, dan voel je je dankbaar worden, en door de dankbaarheid gaat je hart open en word je je bewust van alles wat je ontvangt van het leven.
Danken is een werkwoord
Wat ook werkt, is bewust genieten. Het woord ‘danken’ is etymologisch verwant aan ‘denken’ en dat betekent oorspronkelijk ‘weten, kennen’. Bewust zijn, zouden wij zeggen. Als je het goed hebt en je wéét dat je het goed hebt, je beseft hoe heerlijk je leven op dit moment is, dan zit je denken heel dicht tegen danken aan. Wat schijnt de zon heerlijk. Wat is dit eten lekker. Wat een mooi toneelstuk was dat. Niet meteen kritiek uiten, om te laten zien hoe knap, gevoelig of ontwikkeld je bent – maar focussen op wat er goed is. Vooraf genieten, en nagenieten. En dat delen met anderen.
Schrijf het op
Een dankbaarheidsdagboek bijhouden helpt ook. Schrijf elke avond minstens drie dingen op waarvoor je die dag dankbaar was (of had kunnen zijn). Dat kan variëren van ‘Dat de cake zo goed gelukt is’ tot ‘Dat ik leef’. Denk er wel aan dat je alles positief formuleert, dus niet ‘Dat we niet ziek zijn’ maar ‘Dat we gezond zijn’. Het gaat om je bewust worden van alles wat er wél is, dat beroemde halfvolle glas. Alle goedheid en overvloed die ons omringen en die we zo makkelijk over het hoofd zien, alleen al omdat ze er altijd zijn. Genoeg te eten. Warme kleren. Vrede. Elke ochtend weer dat zonlicht. En al die andere duizend dingen om je heen die je mag ervaren van het leven.