Je kinderen opvoeden tot authentieke wezens, ze laten worden wie ze in aanleg al zijn, dat doe je met ruimte en vertrouwen. Een verhaal over schuld en schaamte, over de schat vinden waar het schuurt, over knuffelen en vechten en voetmassages voor het slapen gaan.
Als je je pasgeboren baby in je armen houdt en in die peilloos diepe ogen kijkt, zie je een blik die overstroomt van vertrouwen. In jou. Alle baby’s geven zichzelf totaal over aan het lichaampje waarin hun ziel nu woont, aan de ouders en verzorgers die ze aantreffen, aan de omstandigheden waaronder ze geboren worden. Ze kunnen niet anders. Aan jou de taak om te zorgen dat ze mogen worden wie ze in wezen zijn. Dat ze hun ziel kunnen behoeden en hun talenten kunnen ontplooien. Dat ze hun innerlijke bestemming bereiken. Wat een enorme verantwoordelijkheid.
Vroeger was opvoeden voornamelijk een kwestie van drillen; eruit zien te krijgen wat je fout vond en erin zien te stoppen wat je goed vond. Maar we zijn wijzer geworden. Wij kijken tegenwoordig naar onze kinderen met respect, want we beseffen: dit nieuwe schepseltje komt de wereld iets brengen wat er nog niet is. Hoe kan ik weten wat dat is?
Ruimte schenken en vertrouwen geven
‘Elk kind wil gezien worden zoals hij of zij werkelijk is,’ schrijft Susan Bögels, hoogleraar Orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam in haar boek ‘Mindful opvoeden in een druk bestaan.’ ‘Elk kind wil dat zijn ouders plezier hebben van de aanwezigheid en het contact met hem of haar, genieten van hem of haar, precies zoals hij is. Dat hij niet anders hoeft te zijn dan wie hij werkelijk is. Dat hij al helemaal goed is zoals hij is. Dat hij niet zijn best hoeft te doen voor de liefde van zijn ouders.’
Het is dus een nieuw opvoedideaal: ons kind onvoorwaardelijk accepteren. Ruimte schenken, vertrouwen geven dat het al goed is zoals het is. Maar tegelijkertijd moeten we natuurlijk ook zorgen dat het kind spelregels leert, dat het een min of meer beschaafd wezen wordt, ook voor anderen acceptabel. Hoe kun je opvoeden tot authenticiteit, te midden van omgevallen bekertjes en boze buien, kibbelpartijen en kinderverdriet?
Help je kind om de held te worden in zijn eigen verhaal
“Elk kind is de held in zijn eigen verhaal,” zegt Mieke Bouma, coach en storyteller. “En elk verhaal heeft een life-purpose – dat vind ik een mooier woord dan levensdoel. Het gaat namelijk niet om iets buiten je waarnaar je moet streven, maar om het herinneren van de opdracht waarmee je op aarde komt. Je taak als ouder is je kinderen hierin te helpen. Wat brengen ze mee, waar zijn ze goed in, wat is hun kracht, wat frustreert ze en waar schuurt het?”
Als storyteller weet ze dat er drie fases zijn in een klassiek heldenverhaal.
“In de eerste fase, daarin valt de kindertijd, móet je wel een ego ontwikkelen, als beschermer van je kwetsbare ziel. Dus hier is de vraag aan de ouders: hoe kun je je kind helpen zich staande te houden in de fysieke wereld? Het ego is een persona, een voorlopig masker dat helpt om dat supergevoelige wezentje dat je bent te beschermen. Een gezond ego helpt de ziel. In de tweede fase is de valkuil dat we ons te veel met de buitenwereld identificeren. Je helpt je kinderen om contact met de ziel te onderhouden, met de binnenwereld, door hun fantasie en verbeeldingskracht serieus te nemen. Zo leren ze erop vertrouwen dat ze hun eigen intuïtie kunnen inzetten. En in de derde fase, maar dan is een mens al volwassen, is het de taak van de held om meester te worden over beide werelden, de binnen- en de buitenwereld. Dan kan hij zijn diepste wezen tot uitdrukking brengen.”
Die levenswijsheid uit de storytelling kan je als ouder helpen om een wijdere blik te hebben op de ontwikkeling van je kind.