We dragen het verleden met ons mee: traumatische gebeurtenissen, teleurstellingen, onaardige ouders of verloren liefdes. Hiervan loskomen is een levenslang proces. Therapeut Hans ten Dam geeft advies.
Loskomen van het verleden is een levenslang proces. Volgens sommige mensen zou je rond je veertigste ‘los’ moeten zijn van je ouders, maar veel mensen hebben daar nog wel iets meer tijd voor nodig – vooral als je ouders zielig zijn/waren, of juist heel succesvol. Ook catastrofes zoals de plotselinge of vroege dood van een geliefde kunnen je vastzetten in emoties. Bij het ouder worden kan het verleden ook ineens onverwacht gaan spoken, want dan heb je minder weerstand tegen nare herinneringen.
Zit je vast aan het verleden?
1. Zijn er perioden in je leven waaraan je met heimwee terugdenkt, zo van: toen was mijn leven goed?
2. Zijn er perioden in je leven waaraan je liever niet terugdenkt, of waaraan je helemaal geen herinneringen hebt?
3. Merk je weleens dat je met iemand in een oud patroon verzeild raakt dat je doet denken aan de manier waarop je met ex-geliefden omging, of met een van je ouders?
4. Kun je nog steeds boos worden over iets wat iemand je heeft aangedaan, ook al was dat lang geleden?
5. Heb je veel foto’s en spulletjes van overleden mensen in je huis waaraan je emotionele waarde hecht?
Heb je meerdere vragen met ‘ja’ beantwoord? Dan kunnen de adviezen van Hans ten Dam je verder helpen.
Het verleden verwerken
Volgens Hans ten Dam (grondlegger van de regressie- en reïncarnatietherapie in Nederland) gaat het niet om loskomen van het verleden: we moeten het op de juiste manier verwerken, zodat we het verrijkend meedragen en het ons niet meer hindert: ‘Je hoeft alleen eventueel los te komen van het gedeelte waarvan je last hebt. Er zijn veel mensen die lastige ouders hadden, traumatische gebeurtenissen meemaakten, teleurstellingen of verloren liefdes. We dragen dat verleden met ons mee: de gevoelens, de interpretaties. Soms zitten we erin vastgekleefd.’
Maar helemaal loskomen is onmogelijk volgens Hans: ‘Je bént het verleden, het goede en het slechte. Gelukkig heeft je leven niet alleen maar uit rozengeur en maneschijn bestaan, dan zou het maar saai zijn geweest. Een verhouding die niet goed is afgesloten, is zoiets wat kan blijven hangen. Het kan door je hoofd spoken, dat is verdraaid lastig. Het betrekkelijk goede nieuws is: in de loop van de tijd zal het wegslijten. Je kunt je afvragen waaraan je in die verhouding behoefte had? Je kunt dieper zoeken in jezelf naar waarom je datgene, wat niet is gelukt, zó graag wilde. Wat zocht je precies bij de ander? Waarom kon je dat niet aan jezelf geven?’
Een slechte jeugd
Veel pijn en leed wordt toegeschoven naar een slechte jeugd met onaardige ouders. Maar ook hiervan moeten we zelf loskomen: Mensen maken dit soort dingen steeds erger, door erin te blijven roeren en erover te blijven malen. Eigenlijk is alles waarin we vastzitten een soort verslaving: loskomen van een doormalend negatief verleden is eigenlijk het loskomen van een verslaving.’
‘Als er één ding is wat je aan jezelf kunt veranderen, om los te komen hiervan, is het dit: minder afhankelijk worden van wat andere mensen van je vinden. Het is zo belangrijk voor ons om aardig gevonden te worden en gerespecteerd, vooral als we het vroeger niet gekregen hebben. Hiervan loskomen vereist een innerlijke omschakeling. Een streep eronder: van die vader of moeder krijg je het niet meer. Maar misschien krijg je bijvoorbeeld wel een normale waardering van aardige mensen in je omgeving’
Blijf niet hangen in verdriet
Blijven hangen in oud verdriet komt volgens Hans vaak door verdrongen boosheid of schuldgevoel: ‘Probeer het een keer helemaal onder ogen te zien. Bekijk waarom je zo boos was, wat er precies aan de hand was. En wat jouw rol daarin was. Besef dat er niets meer aan te doen valt, en leef ermee. Je moet het voor jezelf wel een keer beseffen en uitgesproken hebben. Erom lachen kan ook bevrijdend zijn.’
‘Blijven malen is eigenlijk een soort gekte waardoor je een gevangene van het verleden wordt. Ontwikkel er liever een nieuwe kijk erop: je weet dat het gebeurd is, je hebt bepaalde gevoelens erover, maar je maalt er niet meer over. Aan de andere kant: heimwee naar het verleden of melancholie is een oeremotie, een existentieel onderdeel van mensen. We hebben allemaal behoefte soms weg te dromen. Ook hierbij geldt: in kleine mate is het oké. Als je er echter te lang in blijft rondsoppen bestaat het gevaar dat je het echte leven niet meer aankunt.’