Een cadeau krijgen, een compliment of liefde: dat vinden we vaak veel lastiger dan het geven. Ontvangen vraagt dat je je hart opent en de controle loslaat. Krijg je dit onder de knie, dan nodig je de overvloed uit om door je leven te stromen.
Ontvangen is een inkomende, passieve beweging. Je staat toe en stelt je kwetsbaar op. Dat is precies wat we zo ongemakkelijk vinden aan ontvangen: je hebt niet de controle over de situatie. Jij bepaalt immers niet wat je krijgt, terwijl je wel kunt bepalen wat je geeft. Om de kunst van het ontvangen onder de knie te krijgen, moeten we de touwtjes uit handen geven en onszelf openen.
Checklist: Kan ik ontvangen?
Bedenk wanneer iemand voor het laatst ongevraagd iets voor je deed of je iets gaf en beantwoord de volgende vragen:
1. Voelde je je ongemakkelijk of bezwaard?
2. Zei je iets in de trant van: ‘Dat had je niet moeten doen’ of ‘Maar ik heb niets voor jou’?
3. Heb je driemaal of vaker bedankt?
4. Heb je iets bedacht om terug te doen of te geven?
5. Heb je het gevoel dat er een schuld openstaat totdat je dat hebt gedaan?
6. Kun je pas weer ontspannen met die persoon omgaan als je een wederdienst hebt geleverd?
Als je drie of meer van deze vragen met ‘ja’ hebt beantwoordt, dan heb je moeite met ontvangen.
Kun je zelfloos geven? Dan kun je ook ontvangen
Als je leert ontvangen, houd je de cyclus van geven en ontvangen in stand. Het een kan niet zonder het ander. ‘Geven en ontvangen komen voort uit dezelfde bron’, schrijft Marcel Messing in zijn boek ‛Een land zonder pad’. ‘In zelfloos geven en ontvangen is geen sprake van tekort of teveel. Er is slechts stromen en doorstromen.’ Dat ene kleine woordje ‘zelfloos’ in het citaat is cruciaal.
Onvoorwaardelijk geven, zonder er iets voor terug te verwachten – zelfs geen dankbaarheid – is de enige manier om de energie tussen gever en ontvanger vrij te laten stromen. Als mijn moeder vroeger iets voor me deed, wapperde ze elke vorm van dankbaarheid die ik toonde weg. ‘Je hoeft me niet dankbaar te zijn, als je maar blij bent’, zei ze dan. Bij haar bestaan geen scoreborden of winst- en verliesrekeningen.
Later in het leven ontdekte ik dat niet iedereen zo in elkaar steekt. Veel mensen leven op de ‘voor wat hoort wat’-manier en houden een onzichtbaar balansboekje bij. Ze geven bij wijze van vooruitbetaling en houden er ook niet van om zelf bij anderen in het krijt te staan. Als ze het gevoel hebben dat ze ‘een puntje vóór staan’, voelen ze zich goed over zichzelf en de situatie. Zo overtreffen mensen elkaar vaak in het geven, terwijl ze niet werkelijk kunnen ontvangen.
Angst om aan verwachtingen te voldoen
Achter terughoudendheid om te ontvangen kan de angst schuilgaan dat de ander iets van ons wil. Er zijn inderdaad mensen die geven omdat ze er zelf iets bij te winnen hebben. Ze staan spontaan met een fles champagne voor de deur omdat ze vermoeden dat je eigenlijk geen zin hebt om ze binnen te laten. Ze bieden aan om een middagje op je hond te passen omdat ze zelf een kat hebben en drie weken later op vakantie gaan.
Mensen met onzuivere bijbedoelingen zullen er altijd zijn, en als het goed is, heb je dat haarfijn in de gaten. Ernstiger wordt het als de angst dat iemand iets van je wil je parten speelt bij iedereen die je iets wil geven. Dat blokkeert de stroom van geven en ontvangen in je leven. Je zou dan kunnen onderzoeken wanneer je de angst om aan verwachtingen te moeten voldoen hebt opgelopen. Je zou ook kunnen nagaan of je zelf wel in staat bent om zonder bijgedachten iets te doen voor of te geven aan een ander.
Het gevoel dat je het niet waard bent om iets te krijgen
Een nog dieperliggende saboterende overtuiging is dat we diep vanbinnen denken dat we het niet waard zijn om iets te krijgen. Dan twijfel je eraan of je wel iemand bent om van te houden, denk je dat je een geschenk niet verdient of dat je er heel hard voor moet werken. Zo’n overtuiging komt in al je relaties met anderen aan de oppervlakte, maar vooral in liefdesrelaties.
Meestal stamt die twijfel uit de jeugd. Als je je als kind emotioneel verwaarloosd of niet geaccepteerd voelde, kan het onveilig voelen om liefde te ontvangen, omdat je bang bent weer teleurgesteld of gekwetst te worden. Om de pijn af te weren, kun je jezelf dan onbewust aanleren niets van een ander te verwachten of jezelf wijsmaken dat je niet naar liefde verlangt.
Je kunt ook enorm je best gaan doen omdat je denkt dat je liefde moet verdienen, of je ‘beste zelf’ voorspiegelen uit angst niet goed genoeg te zijn zoals je bent. Je geeft, geeft, geeft en ontwikkelt niet het vermogen te ontvangen. Het zijn allemaal manieren om je hart niet echt te hoeven openstellen.
Er is meer dan genoeg liefde (ook voor jou)
De liefde waarmee je een gekwetst hart kunt helen, vind je niet in romantische relaties. Een volwassen romantische relatie is geen kwestie van onvoorwaardelijke liefde; het is een uitwisseling tussen twee persoonlijkheden waarbij compromissen worden gesloten. Wat je eigenlijk nodig hebt is de liefde van de universele bron, het goddelijke, de kosmos of hoe je het ook wilt noemen. Om de wond te helen, moet je ontdekken dat er meer dan genoeg liefde is voor iedereen, dat je haar niet hoeft te verdienen en dat je haar waard bent precies zoals je bent. De liefde die voor jou bestemd is, was er altijd al, maar heeft alleen gewacht tot je haar binnenliet. Je hoeft er niets voor te doen, alleen toestaan dat ze je vervult.
Wil je leren ontvangen?
Open je voor het principe van overvloed: het idee dat alles wat je nodig hebt er al is en blijft, en dat wat je verlangt vanzelf naar je toe komt als je je ervoor opent. Alles in de wereld is afwisselend actief en ontvankelijk, alles is met elkaar verbonden en wisselt uit. Geven en ontvangen zijn een wisselwerking die zorgt dat alles in beweging blijft, levend en vitaal. Leren geven vanuit oprechtheid en liefde zonder een wederdienst te verlangen zal je vanzelf ook leren hoe je ontspannen en verheugd kunt ontvangen. En andersom.