Als volwassene moet altijd alles nut hebben, maar onzinnige dingen doen kan ook heel belangrijk zijn. Zo zoek je het kind in jezelf weer op.
Op de verjaardag van de Erasmus Universiteit trad trompettist Eric Vloeimans op. Ik was daar toevallig bij omdat ik er een maand had gewerkt. Ik was moe, had trek, het was koud in de aula. Mijn gedachten dwaalden af. Toen ik zelf studeerde, zat ik hier nooit, ik ontweek het liefst alles wat met de universiteit te maken had. Alleen op mijn eigen diploma-uitreiking ben ik geweest, verder sloeg ik alles over, zelfs het liefst zoveel mogelijk colleges. Hier mijmerde ik over tot Eric, die tot nu toe alleen trompet had gespeeld, de microfoon pakte. ‘De mooiste muziekles die ik ooit kreeg,’ zei hij, ‘was van de man die zei: je moet nooit het jongetje of meisje vergeten dat van binnen zit.’
Hij pakte de trompet weer, en zette in: My Own King I Am.
Het was doodstil in de aula, en het was prachtig.
Als mensen het over het ‘kind in jezelf’ hebben, kun je je afvragen wat ze ermee bedoelen.
Maar als je naar kinderen kijkt, weet je wel wat het betekent. Als je een kind bent, hoef je het leven nog niet zo serieus te nemen. Je wilt graag treuzelen en je tijd nemen voor dingen omdat je geen haast kent, en de klok alleen iets is waar grote mensen op letten. Je wilt je schoenen verkeerd om aantrekken of nog liever op blote voeten naar buiten. Je wilt spelen met dingetjes die officieel geen ‘speelgoed’ heten, dansen uit de maat en heel hard meezingen met muziek ook als je de woorden niet kent. Je wilt lang slapen behalve als het moet van iemand. Je bent dol op knuffelen. En op net zo lang in bad blijven zitten tot het water zo koud is geworden dat het niet meer comfortabel is en je rimpeltjes in je vingers hebt. Jezelf heel vies maken als je buiten bent en nooit op de paden lopen maar sowieso ernaast. Je wilt graag naar links als anderen naar rechts gaan. Met je handen eten. En je bord halfleeg achterlaten. Of zoveel chips eten dat je helemaal geen plek meer hebt voor gezond eten. In plassen stampen, en als je laarzen aan hebt, nog harder stampen zodat je broek toch nat wordt. Zonder jas op de fiets gaan als het heel koud is. Je wilt op het dak van een schuurtje klimmen ook als niet precies weet hoe je er daarna weer afkomt. Je wilt op de muur tekenen en altijd op alle knopjes drukken, maakt niet uit waar ze voor zijn. Een wedstrijd organiseren voor slakken. Of krabben, als je toevallig op een Waddeneiland bent. Door rietjes blazen in plaats van eraan zuigen en heel lang achter elkaar computerspelletjes doen in je pyjama zonder te merken dat de zon schijnt buiten.
Het is niet zo moeilijk om kind te zijn, het is de tijd waarin je nog onnuttig mag zijn.