Soms hebben kinderen vriendjes die ze zelf verzinnen. Vroeger werd dat als problematisch gezien, maar daar is helemaal geen reden toe, blijkt uit onderzoek. Integendeel!
Een fantasierijk kind
Een kind met een denkbeeldig vriendje? Je denkt dan misschien als eerste aan de favoriete knuffel – die leidt soms een heel eigen leven en beleeft samen met je kind geweldige avonturen. Maar een knuffel kun je tenminste nog zien, een denkbeeldig vriendje is meestal compleet onzichtbaar. Het kan een ander kind zijn, of een denkbeeldig zusje of broertje, het kan zelfs een tekenfilmfiguurtje zijn met alle kleuren van de regenboog, of een diertje dat op de schouder van je kind zit en gekke geluidjes maakt. Denkbeeldige vriendjes delen in elk geval één kenmerk: je kind kan erover vertellen en ermee spelen en ze lijken net echt (soms moeten ze zelfs een eigen plekje op de achterbank of een eigen stoel aan tafel), maar ze bestaan alleen in de fantasie van je kind.
Bijzonder!
Vroeger werd er om die reden nog wel eens zorgelijk gekeken als een kind een denkbeeldig vriendje had. Was dat niet raar? Een teken dat het kind moeite had met vriendjes in de échte wereld? Was er iets mis? Te verlegen? Sociale problemen misschien?
Nee hoor, niets van dat al, blijkt uit onderzoek van onder meer ontwikkelingspsychologe Marjory Taylor, van de Universiteit van Oregon, die zich in het onderwerp specialiseerde. Om te beginnen is het iets dat best vaak voorkomt. Tot de leeftijd van zeven jaar heeft meer dan de helft van de kinderen ervaring met een denkbeeldig vriendje. Als je de knuffels niet meetelt, is het nog bijna veertig procent.
En iets om je zorgen over te maken is het al helemaal niet. Integendeel zelfs.
Uit haar onderzoek blijkt onder meer:
- Kinderen met denkbeeldige vriendjes zijn juist mínder verlegen dan andere kinderen.
- In hun taalontwikkeling lopen ze vaak wat voor op leeftijdgenootjes. Ze kunnen bijvoorbeeld al goed verhalen vertellen.
- Ook in hun sociale ontwikkeling lopen ze voor. Ze kunnen zich bijvoorbeeld al goed verplaatsen in iemand anders.
Doe mij zo’n vriendje!
’Nu willen ouders natuurlijk weten: hoe kom ik aan zo’n denkbeeldig vriendje voor mijn kind?’ merkt psycholoog Evan Kidd op, in zijn TedxTalk over dit onderwerp. Maar zo werkt het niet. Denkbeeldige vriendjes zijn best eigengereid. Ze verschijnen in elk geval niet op commando en je bestelt ze ook niet online.
Maar je kunt natuurlijk wel ruimte voor ze maken. Het belangrijkste advies daarbij is om je kind veel tijd te geven om te spelen. Tijd waarin niks hoeft, tijd zonder schermen, tijd waarin je kind zichzelf vermaakt en naar hartenlust kan ‘doen alsof’.
Begin ook vooral niet te snel met je kind dingen te leren, adviseert Evan Kidd. Laat ‘leerzame’ materialen liefst gewoon links liggen. Want kinderen leren namelijk juist het allermeest door lekker ‘vrij’ te spelen. Fantasiespel is bijvoorbeeld heel goed voor de taalvaardigheid. ‘Je kunt het belang van spelen niet genoeg benadrukken.’
Denkbeeldig vriendje in huis? Leuk! Dit kun je doen.
- Kinderen met denkbeeldige vriendjes weten best dat die vriendjes niet ècht bestaan. Maar ze zijn niettemin dol op ze en ze vinden het ook meestal leuk om over ze te vertellen. Soms heeft dat vriendje een hele eigen wil en karakter. Grappig!
- Soms kun je via het denkbeeldige vriendje makkelijker praten over dingen die je kind bezig houden. Bijvoorbeeld als het denkbeeldige vriendje het niet leuk vindt dat er een broertje of zusje is gekomen, of het eng vindt om te gaan logeren.
- Geniet ervan, zolang het vriendje er is. Denkbeeldige vriendjes komen spontaan, maar ze verdwijnen ook weer na een tijdje.
Bijzondere vorm van vriendschap
Eigenlijk gaat het bij denkbeeldige vriendjes gewoon om een bijzondere vorm van vriendschap, en dat is iets om blij mee te zijn. Dat geldt trouwens ook als je zélf denkbeeldige vrienden hebt. Want de personages uit televisieseries waarmee je zo meeleeft dat het voelt alsof het bekenden zijn, of artiesten waar je fan van bent en waar je een verhaal omheen fantaseert waarin je ze persoonlijk kent, zijn dat niet eigenlijk ook de volwassen versies van denkbeeldige vriendjes? Je weet heus wel dat zij jou niet persoonlijk kennen, maar dat maakt niet uit. Je leeft met ze mee, het voelt alsof ze echt zijn en je leert zelfs vaak ook nog wat van ze. Al was het maar dat een beetje fantasie het leven leuker en spannender maakt.
Meer Happinez?
- Lees hier welke drie levenslessen Winnie de Poeh je mee kan geven
- Voorleesverhaal over de kleine Flamingo Mingo
- Inclusief opvoeden: hoe doe je dat?