Kinderen (en volwassenen ook trouwens) hebben vaak niet-helpende gedachten, in plaats van positieve gedachten.
Dat kun je uitleggen aan de hand van de vijf G’s:
- Gebeurtenis
- Gedachte
- Gevoel
- Gedrag
- Gevolg
Er komt een grote hond aanrennen (gebeurtenis). De gedachte daarbij kan zijn: wat leuk! Wat het gevoel blij maakt, en het gedrag positief en het gevolg waarschijnlijk een leuk spelletje met de hond. Een ander verloop bij dezelfde gebeurtenis kan zijn: het doet je denken aan een verhaal over een hondenbeet, wat een angstig gevoel oplevert, wat bijvoorbeeld wegrennen tot gevolg heeft met de hond erachteraan.
De kracht van positieve gedachten
In beide gevallen blijft de hond hetzelfde, wat het gevoel anders maakt is de gedachte erover. Als je van gedachte verandert, verandert je gevoel vanzelf mee. Als je gelukkige gedachten denkt, word je vanzelf gelukkig. Hoe heerlijk als je dat al jong doorhebt!
Eerste hulp bij paniek of verdriet: ademhalen.
Als je je kind leert hoe hij diep adem kan halen, leer je hem ook hoe hij zichzelf rustig kan maken in vervelende situaties. Met een diepe ademhaling, neem je de grootste stress weg: een fijn hulpmiddel wat je altijd bij je hebt.
Je kunt je kind bijvoorbeeld leren adem te halen alsof ie een ballonnetje is: bij de inademing wordt de buik bol, en bij de uitademing wordt de buik weer plat. Het helpt daarbij om de handen op de buik te leggen.
Meer lezen?
In Happi.kidz ‘Kracht’ lees je nog veel meer inzichten over opvoeden.
Wat kunnen we van onze noorderburen leren als het gaat om opvoeden? We delen de meest bijzondere opvoedtips uit Scandinavië.