In nieuwe situaties moet je kind wennen. Dat betekent dat er af en toe ruimte nodig is voor zijn of haar verdriet of boosheid. Alleen heb je als ouder natuurlijk ook je eigen emotie. Hoe geef je ruimte aan je kind én aan je eigen gevoel? Tips van Philippa Perry, schrijver van de bestseller Het boek waarvan je wilde dat je ouders het hadden gelezen.
Erken wat je kind voelt
Of het nu blij is, boos is, verdrietig is, angstig: affirmeer het gevoel van je kind. Ga er niet aan voorbij, maak het niet kleiner dan het is (ook niet als je graag zou willen dat het ‘wel meevalt’ – wat een begrijpelijke wens is, want geen ouder ziet z’n kind graag van slag). Gevoelens verdwijnen niet zomaar, ook niet bij de kleinsten. Integendeel: als ze gehoord worden, vervliegen ze veel sneller. “Vraag jezelf af: wanneer schreeuw ik het hardst? Juist, als je niet wordt gehoord. Gevoelens moeten gehoord worden.”
Voel niet té veel mee
Het andere uiterste is dat je als het ware meehuilt met je kind. Dat is natuurlijk een teken van groot inlevingsvermogen, maar uiteindelijk maak je het je kind er niet makkelijker mee. Als hij van slag is en papa of mama raakt net zo erg van slag, is het de volgende keer moeilijk om weer zijn gevoel te delen. Je kind kan dan denken dat het te veel voor je is. “Dat is wat kinderen nodig hebben, dat ze bij je terechtkunnen met hun gevoelens. Dat houdt in dat je naast ze staat en weet en accepteert hoe ze zich voelen, maar niet overmand raakt door hun gevoelens.”
Oefen in dealen met je eigen emoties
Het kan goed zijn dat je het zelf lastig vindt om te gaan met je gevoelens, bijvoorbeeld omdat je vroeger thuis hebt geleerd dat er geen ruimte was voor boosheid of verdriet. Je maakt het je kind makkelijker als je jezelf óók ruimte geeft voor emoties. Een manier om dat te doen, is je gevoel te omschrijven in plaats van jezelf. Dus niet: ‘ik ben bang’ maar ‘ik voel angst’. Dat maakt het minder overweldigend. “Als je het zo zegt, definieer je het gevoel, in plaats van dat je jezelf ermee identificeert. Zoiets kleins kan een groot verschil maken.”
Oplossen hoeft niet altijd
Vind je de emoties van je kind lastig of confronterend, dan kun je geneigd zijn snel op zoek te gaan naar oplossingen. Maar net als volwassenen, zoeken kinderen niet altijd naar een pasklaar antwoord. Vaak is een knuffel of een troostend woord meer dan genoeg. “Waar het om gaat is dat ze zich verzoenen met hun gevoelens als ze de bittere levensles leren dat niet alles altijd gaat zoals ze willen.” Met andere woorden: met een teleurstelling is vaak prima te leven, als je er maar even flink van mag balen of om mag snotteren.
Doe het af en toe verkeerd (en zeg sorry)
Perfecte ouders bestaan niet. Sta jezelf toe missers te maken, én om dat vervolgens ruiterlijk toe te geven. Zo leert je kind dat fouten maken erbij hoort, en dat het heel gewoon is om daar later op terug te komen. Sterker: “Aanvoelen hoe een ander zich voelt en op een breuk herstel laten volgen is altijd beter dan impasses, hoogoplopende ruzies en winnen of verliezen.”
Meer tips van Philippa?
- Lees Het boek waarvan je wilde dat je ouders het hadden gelezen van Philippa Perry
Meer lezen over opvoeden?
Inclusief opvoeden: hoe doe je dat?