Wolven die oma’s opvreten, kinderen die zonder eten het bos in worden gestuurd, stiefdochters die als huishoudster worden ingezet: als kind griezel je heel wat af. Maar wist je dat er ook symbolen in sprookjes verborgen zitten? We lichten er drie uit.
1. Schaduwdelen in onszelf
Het kwaad wordt altijd gestraft in klassieke sprookjes. Dat bevredigt een oeroud instinct: iets wat alleen maar slecht is, moet helemaal weg, dood, opgeruimd. De scène in het sprookje van Hans en Grietje waarin Grietje de boze heks haar eigen oven in duwt, symboliseert volgens storyteller Mieke Bouma een transformatie die we allemaal doormaken in ons leven. De heks is het schaduwdeel in ons, het onbewuste. Vuur is het bewustzijn dat opflakkert, de zuivere impuls, de intuïtie. (Uit het boek ‘Waarom de heks in de oven verdween’).
2. De goede fee en de boze heks
Voor elke goede fee kom je in de oude sprookjes tien akelige heksen tegen. Waarom? De machtige, boze, oude vrouw stond oorspronkelijk symbool voor de onvoorspelbare krachten van de natuur. Mensen voelden zich nietig en onderworpen aan de natuur, en daarom was Moeder Aarde niet alleen goed en gul, maar ook gevaarlijk.
3. Waarom zijn prinsessen mooi?
In sprookjes is alles symbolisch. De prinses is altijd mooi, omdat ze goed is: haar ziel is mooi. Sneeuwwitje, bijvoorbeeld, heeft in het klassieke sprookje haar zo zwart als ebbenhout, een huid zo wit als sneeuw en lipjes zo rood als bloed. Zwart, wit en rood zijn de kleuren van de alchemie en duiden op ontwikkelingsfasen van de ziel.
Zorgen spannende spookverhalen voor angst?
Angst is een golf van energie die door je lichaam trekt en je voorbereidt op actie: de bloeddruk stijgt, je spieren krijgen meer bloed, de spijsvertering gaat op een laag pitje. Om weer te ontspannen, wil het lichaam bewegen – actie ondernemen, iets slaan of wegrennen, en op zijn minst trillen en beven.
Kan dat niet, zit een kind doodstil als het bang is, dan slaat de angst zich op in het lichaam. Dus als je spannende spookverhalen vertelt, laat kinderen dan nog even iets actiefs doen voordat ze naar bed moeten. Een kussengevecht bijvoorbeeld.