Die zoete vergetelheid waarin je ’s avonds wegzakt en waar je als het goed is zo’n acht uur later weer uit herrijst. Vernieuwd, verfrist, herboren. Slaap is een wonderbaarlijk fenomeen. Maar wat als het niet lukt?
Wat is het lichaam toch een prachtig systeem: je werkt, denkt, zorgt, wandelt, fietst, praat, eet, drinkt, bent creatief, hebt lief en dan is het einde van de dag in zicht, wordt het buiten donker en sluiten de luikjes in je hoofd zich langzaam. Je kruipt in je bed, gaat liggen en valt – als het goed is – in slaap. Je biologische klok zorgt er samen met de opgebouwde vermoeidheid voor dat je wegglijdt uit het bewuste zijn. Je doet niets meer en toch gebeurt er een heleboel. Je verwerkt emoties, onderhoudt je immuunsysteem (weerstand), bergt herinneringen op, verschoont je huid en herstelt (deels) de schade die je gedurende de dag aan je weefsel en organen hebt opgelopen. De volgende dag word je weer zo goed als nieuw wakker. Dat wat er de vorige avond nog ingewikkeld en zwaar uitzag, lijkt de volgende dag lichter. Je kunt weer met hernieuwde energie werken, zorgen, wandelen, fietsen, praten, creatief zijn, liefhebben, eten en drinken.
Als slapen niet lukt
Helaas lukt het soms niet, dat verkwikkende slapen. Bijvoorbeeld door een woelende of snurkende partner, warmte, een verkeerd matras, zorgen om een kind, over de toestand in de wereld. Soms kun je het wakker-zijn niet loslaten, voel je dat je nog nodig bent, moet waken. Want als jij niet waakt, wie doet het dan? Er zijn al honderden zelfhulpboeken, video’s, workshops, therapieën en podcasts over gemaakt. De twee belangrijkste ideeën erachter zijn: als je niet tevreden bent over je nachtrust, kun je van alles doen om beter te slapen, zoals bijvoorbeeld een vast slaapritme aanhouden, meer pauzes nemen overdag, meer bewegen, minder koffie en alcohol drinken, je zorgen van je afschrijven voordat je gaat slapen, melatonine slikken, et cetera. De andere gedachtegang is: als je slecht slaapt, klopt er iets niet in je leven. Je zit niet op het juiste pad, dus je zou iets moeten bijsturen. Slaapcoach Mark Schadenberg noemt het ‘Van slaapwandelen naar droomleven’, zoals zijn gelijknamige boek.
Journalist Bregje Hofstede omschrijft het in haar boek ‘De slaap vatten’ als volgt: ‘Slapeloosheid vraagt niet om de juiste kruidenthee, maar om een eerlijke blik op ons eigen leven.’ Hofstede: “Ik leerde dat ik mezelf de vraag moest stellen wat er in mijn leven onbewust zó schuurde dat het me wakker hield – en dat ik daar iets aan moest doen. Niet mijn nachten moesten op de schop, maar mijn dagen. Eigenlijk: mijn leven.”
Slaaptherapie
We weten natuurlijk allemaal dat er geen quick fix, geen one size fits all bestaat om de slaap weer te kunnen omhelzen. Wat bij de een helpt, helpt bij de ander niet. Wat de een makkelijk kan aanpakken, is voor een ander niet te doen. Natuurlijk, er zijn dingen waar je invloed op hebt, zoals een goed matras, een donkere, koele kamer, niet al te veel herrie om je heen, zorgen dat je jezelf in elk geval de kans geeft om zo’n acht uur lang in bed te liggen. Maar als het dan nog niet lekker loopt, is het belangrijkste advies: hulp zoeken. Er bestaat zelfs een speciale therapie om weer lekker te kunnen slapen: cognitieve gedragstherapie bij insomnie, afgekort CGT-I. De enige wetenschappelijk stevig onderbouwde remedie tegen slapeloosheid. Tijdens deze ‘slaaptherapie’ leer je anders denken én anders doen. Het blijkt de meest werkzame en blijvende oplossing voor chronische slapeloosheid te zijn, aldus het Amerikaanse National Institute of Health.
Hoe voel je je overdag?
Hoeveel slaap we precies nodig hebben, is persoonlijk. De belangrijkste graadmeter is hoe je je overdag voelt. Vermoeidheid is natuurlijk een inkopper, maar ook het gevoel in een mist rond te lopen, somberte en angstigheid kunnen een teken zijn van slecht slapen. Heb je daar allemaal geen last van, dan heb je waarschijnlijk geen slaapprobleem. Alleen kan het dan nog steeds verwarrend zijn als je er ’s avonds lang over doet om in slaap te vallen, midden in de nacht één of twee uur wakker ligt of na vijf of zes uur ’s morgens de slaap niet meer kunt vatten. Wat jij met deze uren wilt doen, is ook persoonlijk. Een podcast luisteren, een ademoefening, yoga of mediteren, bidden, cartoons bedenken, een boek of tijdschrift lezen…
Overigens blijkt het streven om acht uur aan één stuk te slapen vrij modern. Tot twee eeuwen geleden was het in het Westen helemaal niet gebruikelijk om dóór te slapen. De nacht werd opgedeeld in twee stukken slaap met daartussenin een tijd van waken. Die tussentijd werd ingevuld met nadenken, bidden, de wacht houden en de liefde bedrijven.
Maak een waakplan
Misschien zouden we er goed aan doen om net als een bevalplan voor de geboorte van een baby ook een waakplan te maken, zeker als we wat ouder worden. Vanaf ons 45ste levensjaar gaan we namelijk lichter en in kleinere stukjes slapen. We hebben minder diepe slaap en worden gemakkelijker wakker tijdens de nacht. Ook duurt inslapen vaak langer. Verder verschuift je slaapritme meer naar voren. Je wordt eerder op de dag slaperig en bent ’s morgens vroeger wakker.
Aan de andere kant moeten we ook oppassen niet té gefixeerd te raken op onze slaap. Onlangs werd er een vrij nieuwe slaapstoornis ontdekt: ‘orthosomnia’. Voor mensen die dit hebben, is de perfecte slaap een obsessie geworden. Ze meten hun slaap met een app, polsband of smartwatch en worden ongerust als blijkt dat ze niet optimaal slapen. Soms zoeken ze hulp bij een arts en blijkt dat er niets of weinig aan de hand is. Of ze ontwikkelen dankzij deze obsessie een vorm van slapeloosheid.
Het blijft een wonder; slaap. Als het lukt is het fantastisch, magisch, als het niet lukt willen we er controle over krijgen, maar dat kan averechts werken. Hooguit kunnen we lief zijn voor onze slaap. Hoe? In Happinez ‘De schoonheid van eenvoud’ vind je een dossier over het wonder van een goede nachtrust. Bestel dit nummer nu zonder verzendkosten in de Happinez webshop.
Tekst: Catelijne Elzes