Elke maand verandert je stemming met het ritme van de maan. Elke winter verandert je humeur met het ritme van de zon. Als vrouw voel je je vaak speelbal van je hormonen en volgens natuurtherapeut Leo van der Zijde ben je dat ook. We vroegen hem hoe hormonale dips ontstaan en of je er iets aan kunt doen.
Hormonale dip
“De zon en de maan maken het lied, je hormonen neuriën mee op de melodie,” zegt natuurtherapeut Leo van der Zijde in een poging zoiets complex als de hormoonhuishouding in een zin samen te vatten. Een premenstruele dip, een postnatale depressie, stemmingswisselingen in de menopauze en in de pubertijd; veel vrouwen hebben er last van, merkt hij in zijn praktijk.
Aanstelleritus
Een week voordat je ongesteld wordt, word je overvallen door een somberheid die je niet kunt verklaren. Of je voelt je rot in de donkere maanden van het jaar. Een oorzaak aanwijzen kun je niet. Wie ermee naar de huisarts gaat krijgt vaak te horen dat het allemaal inbeelding is. Je geeft je hormonen de schuld, maar eigenlijk is er niets aan de hand. Gewoon een beetje aanstelleritus…
Ook natuurtherapeut Leo van der Zijde krijgt veel cliënten met dit soort klachten. En hij neemt ze serieus, want voor hem is het honderd procent duidelijk dat hormonen wel degelijk een rol spelen bij stemmingswisselingen. En dat die klachten steeds meer voor lijken te komen, vindt hij ook niet zo gek.
“Genetisch zijn we perfect aangepast voor het leven zoals het er 30.000 jaar geleden uitzag. Maar sindsdien is er veel veranderd. Allereerst is de samenstelling van onze voeding niet te vergelijken met 30.000 jaar geleden. Daarnaast bevinden we ons voortdurend in kunstlicht en zijn koolhydraten (meel, suikers), die vroeger vooral in de zomer beschikbaar waren, nu het jaar door rijkelijk voorhanden. Wij leven dus nu als het ware in wat ik ‘de eeuwige zomer’ noem. En daarvan kun je van slag raken, omdat een kleine verschuiving op hormonaal niveau vaak grote gevolgen heeft.”
Licht
De zon en de maan zorgen al vanaf het begin der mensheid voor een bepaalde regelmaat in de hoeveelheid licht die wij als mens ontvangen; niet alleen per dag maar ook per seizoen. Onze genen zijn gewend aan dat ritme en stemmen daar onder andere de hormoonproductie op af. In de winter maken we bijvoorbeeld meer van het slaaphormoon melatonine aan. Dit hormoon is de dirigent die ervoor zorgt dat andere hormonen meespelen op de maat van dag en nacht, zomer en winter, slapen en waken.
En hoewel het gebrek aan zonlicht nu tijdens de donkere maanden van het jaar wordt opgevangen door kunstlicht, maken we in de winter nog steeds meer melatonine aan. Het effect is echter niet meer zo groot als in vroeger tijden. Van der Zijde: “De winterdepressie zou je kunnen zien als een restje winterslaap, die het gevolg is van de grotere hoeveelheid melatonine in het lichaam.”
Ook de dagelijkse hormoonschommelingen lopen soms niet meer in de pas. Zo hoort het stresshormoon cortisol ’s morgens rond een uur of zes te pieken – de tijd dat mensen in de oertijd actief werden. “Mensen met een ochtendhumeur hebben een te lage cortisolspiegel. Mogelijk is dat het gevolg van ’s avonds te lang doorgaan, mede dankzij het altijd aanwezige kunstlicht. Door met de kippen op stok te gaan, leef je meer in het ritme van je hormonen en kun je een ochtendhumeur verhelpen.”
Voeding
Naast licht is er de invloed van voeding op onze hormoonhuishouding. Met ons moderne eetpatroon krijgen we grote hoeveelheden geconcentreerde suikers en koolhydraten binnen en die waren voor onze verre voorouders niet zo makkelijk voor handen. Nu we ons wel drie of meerdere keren per dag kunnen volladen met suiker, heeft dat desastreuze gevolgen voor de hormoonhuishouding.
Van der Zijde: “Allereerst raakt het lichaam ongevoelig voor het hormoon insuline, dat de bloedsuiker in toom houdt. Daardoor moet het er steeds meer van produceren. Daarom doe ik bij al mijn patiënten een glucosetolerantietest om te kijken hoe ze reageren op koolhydraten. De snelheid waarmee de suiker wordt opgenomen en vervolgens wordt afgebroken in hun bloed, zegt heel veel over hun gezondheid. Als die niet binnen de juiste grenswaarden ligt, dan zijn er vaak problemen met de stemming: depressieve gevoelens, prikkelbaarheid of angst. En sommige patiënten zijn zelfs regelrecht op weg om diabetes te krijgen.”
Als er te veel insuline door het bloed circuleert, heeft dat op zijn beurt weer gevolgen voor de geslachtshormonen. In de lever zorgt insuline voor de aanmaak van stofjes die testosteron en oestrogeen transporteren naar de juiste plaatsen in het lichaam. Daarom kan een teveel aan insuline je menstruele cyclus, je menopauze én je pubertijd beïnvloeden. Van der Zijde: “Koolhydraatrijke voeding zou dan ook wel eens de reden kunnen zijn dat meisjes steeds jonger ongesteld worden. Verder kun je stellen dat een menstruatie die minder dan vier dagen duurt, te maken heeft met een tekort aan het geslachtshormoon progesteron. En daar worden vrouwen angstig en stressgevoelig van.”
Het feit dat vrouwen tijdens de premenstruele dip vreetbuien kunnen hebben, is overigens ook een hormonale kwestie. “Zij eten zichzelf als het ware uit hun dip. Door de enorme hoeveelheid koolhydraten gaat de bloedsuikerspiegel omhoog, wat de hoeveelheid serotonine in de hersenen doet stijgen – een stemmingshormoon dat zorgt dat je je (even) beter voelt.”
‘Mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ vrouwen
Volgens Van der Zijde zijn sommige vrouwen gevoeliger voor verstoringen in het hormonale evenwicht dan anderen. Dat heeft alles te maken met de mate van vrouwelijkheid, vertelt hij. “Aan de Universiteit van Cambridge heeft men gevonden dat iedere man en iedere vrouw hormonaal ergens tussen 100 procent man en 100 procent vrouw uitkomt. Om te weten waar je zit op die schaal, moet je naar je linkerhand kijken en dan vooral naar de ringvinger – de testosteronvinger – en de wijsvinger – de oestrogeenvinger. Bij de meeste mannen is de ringvinger langer dan de wijsvinger, bij de meeste vrouwen is de wijsvinger langer dan de ringvinger. Maar niet altijd.
Van der Zijde denkt dat de ‘mannelijke’ vrouw minder vatbaar is voor depressies gedurende de loop van haar leven. “Ik heb de indruk dat oestrogeenvrouwen met relatief veel vetweefsel meer last krijgen van insulineresistentie. En dat geeft weer meer stemmingswisselingen. Slanke testosteronvrouwen zullen daar minder snel last van krijgen, maar zijn wel weer vatbaarder voor de postnatale depressie en daarmee komen ze dan ook vaak in mijn praktijk. Ook de premenstruele depressie zal vaker voorkomen bij de testosteronvrouw dan bij de oestrogeenvrouw, omdat oestrogeen daar enigszins tegen beschermt.”
De pil, lichttherapie of een dieet?
De hamvraag is natuurlijk wat we kunnen doen om onze hormonen zoveel mogelijk in de pas te laten lopen met de natuur. Van der Zijde schrijft soms supplementen voor en daarnaast adviseert hij een dieet dat de bloedsuiker in het gareel houdt en daardoor veel goeds voor je stemming doet. “Het is een dieet waarbij je de consumptie van suiker, alcohol en geconcentreerde koolhydraten (brood, pasta) beperkt. En de koolhydraten die je gebruikt, eet je bij voorkeur ’s morgens, omdat je lichaam er dan het best mee uit de voeten kan.”
En wat denkt Van der Zijde van de pil, die toch ook een gladstrijkend effect op stemmingswisselingen heeft? “Ik ben er geen voorstander van. Als een vrouw de pil slikt, wordt ze eigenlijk vervroegd in de menopauze gebracht. Het lichaam wordt voor de gek gehouden. Wat ze op haar twintigste doet, kan gevolgen hebben op haar vijftigste. Als vrouwen in de menopauze met klachten bij mij komen, vraag ik altijd wat er in de vruchtbare periode is gebeurd, want een aantal jaren de pil slikken is genoeg om in de menopauze enorme klachten te genereren. Zolang je de pil blijft slikken is er niets aan de hand, maar zodra die kunstmatige hormonen wegvallen, kunnen ineens gewrichtsklachten of botontkalking ontstaan.”
Ook bij de zo geprezen daglichtlamp tegen winterdepressies staat Van der Zijde niet meteen te juichen. “Ik zal niet zeggen dat je op korte termijn geen spectaculaire verbetering kunt realiseren. Maar je verstoort toch de natuurlijke hormoonhuishouding op lange termijn en we weten helemaal niet wat daarvan de gevolgen zijn.”
Voor een deel zullen vrouwen moeten accepteren dat ze wat gevoeliger zijn voor veranderingen in hun stemming. “Gewoon meedeinen op het ritme van de zon en de maan en daar het beste van maken.”
Wat kun je zelf doen bij hormonale dips?
Voeding: bij depressie of PMS-klachten raadt natuurtherapeut Leo van der Zijde het gebruik van wijn, chocolade en suiker sterk af. “En neem ook je eet- en drinkpatroon eens onder de loep. Er kunnen voedingsmiddelen zijn waar je gevoelig voor bent. De beste manier om daar achter te komen is om een aantal producten die je graag eet of drinkt een maand te laten staan en te kijken of dat effect heeft.”
Kruiden en supplementen: naast het product ‘Brain-mood’ van Ortholon, dat griffonia, rhodiola en sint-janskruid bevat, zijn vitex agnus castus (monnikspeper) en maca in de ogen van de natuurtherapeut de belangrijkste kruiden. “Soms bereiken vrouwen ook goede resultaten met het slikken van het essentiële vetzuur gammalinoleenzuur, dat in borageolie en teunisbloemolie zit. Maar ik ben er geen groot voorstander van, mits genomen in kleine hoeveelheden van 20 mg per dag. Te veel GLA verstoort de huishouding van hormonen die betrokken zijn bij ontstekingsprocessen en daar kun je op de lange duur problemen door krijgen zoals gewrichtsklachten of auto-immuunziektes.”
Beweging: regelmatig bewegen heeft een goed effect op je stemming. Ook in de laatste week van de cyclus.