In de nacht van 30 op 31 maart 2024 is het weer zover: de zomertijd gaat in en de klok gaat een uur vooruit. Dat betekent langere dagen en meer licht (joepie!), maar het heeft ook een mindere kant. De overgang naar de zomertijd beïnvloedt namelijk ook je lichaam. Dit is hoe dat zit.
Het ontstaan van de zomertijd
Allereerst duiken we even in de geschiedenis van de zomertijd. Want wist je dat het fenomeen ‘zomertijd’ nog maar sinds 1977 bestaat? Onze wintertijd is de ‘echte’ tijd. De zomertijd is in het leven geroepen omdat er in de jaren zeventig een oliecrisis was. Doordat de klok een uur vooruit wordt gezet, is het ’s avonds langer licht en kunnen we energie besparen, was het idee. Dit schijnt alleen niet heel goed te zijn voor je lichaam, blijkt uit onderzoek.
Het circadiaans ritme
Dit heeft te maken met je biologische klok (ook wel het circadiaans ritme genoemd). Je lichaam heeft namelijk ook een eigen ritme, waardoor je ’s avonds moe wordt en ’s ochtends fris weer opstaat. Door het verzetten van de klok loopt de tijd niet meer synchroon met het ritme van je lichaam. Dit kun je vooral merken in de dagen nadat de zomertijd is ingegaan; je bent ’s avonds nog niet moe als je naar bed gaat, en je bent ’s ochtends nog niet uitgeslapen als je moet opstaan.
Veel mensen kampen rond het verzetten van de klok dan ook met een verstoord slaapritme en daardoor met slaaptekort. Hierdoor kun je je flink vermoeid, minder alert en zelfs sneller geïrriteerd voelen. Gelukkig kun je je lichaam een handje helpen bij het wennen aan de zomertijd. We delen 5 tips:
1. Licht en donker
Voor je biologische ritme zijn licht en donker belangrijke indicatoren. Wanneer het donker wordt, krijgt je lichaam het seintje dat het bijna bedtijd is en dat het zich kan klaarmaken voor de nachtrust. Zorg daarom voor zo weinig mogelijk (fel) licht in de paar uren voordat je gaat slapen; dim je lichten, doe de gordijnen alvast dicht en vermijd schermen zoveel mogelijk. Hoe donkerder het is, hoe beter je slaapt.
2. Regelmaat in je slaapritme
Zorg ervoor dat je elke dag rond dezelfde tijd naar bed gaat en rond dezelfde tijd weer opstaat, ook in het weekend. Je kunt in de dagen voordat de zomertijd ingaat al wat eerder naar bed gaan, zodat de overgang minder groot is.
Tip: doe overdag geen dutjes. Dit kan je slaapritme nog meer verstoren.
3. Rise and shine
Doe de gordijnen open zodra je wakker wordt. Zo geef je je lichaam een seintje dat het tijd is om wakker te worden en zorg je ervoor dat je sneller alert wordt. Een fijne ochtendwandeling zorgt er ook voor dat je sneller wakker bent (en ga daarnaast ook op andere momenten van de dag naar buiten!).
4. Sport in de ochtend
Als je normaal in de avond sport, probeer dit dan in de dagen rond het verzetten van de klok vroeg op de dag te doen. Zo heeft je lichaam ’s avonds genoeg tijd om weer tot rust te komen.
5. Eet ’s avonds geen zware maaltijd
Een zware maaltijd (of snack) heeft invloed op je nachtrust. Je lichaam blijft dan namelijk nog actief, omdat het het eten nog aan het verteren is. Het beste is om 2-3 uur voordat je gaat slapen niet meer te eten.
Meer lezen over het circadiaans ritme?
Zo werk je samen met je circadiaans ritme voor een betere slaap en gezondheid.