Fotograaf Domin Meinema (29) reisde met haar drie-jarige dochter Noma negen weken met backpack door India en Nepal. Hoe je dat voor elkaar krijgt zonder je geduld te verliezen? Met deze vier tips kom je een heel eind.
Inpakken of wegwezen
Hoeveel ORS er in een backpack past heb ik nooit geprobeerd. In werkelijk ieder land maar zeker op plekken waar je niet de enige reiziger bent, vind je supermarkten, apotheken en kundige doktoren. Hoe lichter je reist, hoe meer energie je overhoudt om je kleintje af en toe eens op te tillen als de buitenlandse indrukken wat veel worden. Iets wat vaker voorkomt dan diarree, in mijn ervaring. Maak je ook niet druk om speelgoed; een beetje peuter vindt plastic flessen en de mieren op straat interessanter dan nog een kleurboek. Onmisbaar daarentegen: een dunne maar brede doek. Te gebruiken als deken, handdoek, strandbed, sjaal, gordijn en klamboe. Ja echt!
Duwen vs dragen
Het meenemen of thuislaten van de buggy is een lastiger vraagstuk; die kan je moeilijk na twee weken ergens achterlaten. In de regel zijn de meeste vakanties (van Spanje tot Mexico tot Bali) prima begaanbaar met een kinderwagen. Handig met een opbergplaats voor je tas en een eigen huisje voor je slapend nageslacht. Maar langere reizen gaan vaak over smalle stoepjes, zanderige bergwegen en door straten vol koeienpoep. Dan kan een draagdoek zoals de Ringsling uitkomst bieden. Je gooit de doek over een schouder en zet je kindje in de lap op je heup. En blijkt het samen wandelen toch beter te gaan dan verwacht, vouw je de draagdoek gewoon in een klein hoekje van je tas.
Doel op minder
Met kroost en al aangekomen op je droombestemming? Doe het extra rustig aan. Je bent vast niet op reis gegaan om nog steeds veertig uur te werken, al was het maar in de vorm van busreizen en hotels hoppen. Hoe langer je op één plaats blijft, hoe meer je kind zich thuis zal voelen en hoe vrijer jullie je daar kunnen bewegen. Als je meegaat in het tempo van de jongste reiziger zie je misschien iets minder tempels of wilde dieren maar je maakt des te meer contact met de autochtone bevolking die je laat proeven van het lokale leven.
Onbevangen
Over dat lokale leven: alles wat jij eng vindt, vindt je kleintje ook niet leuk. En gelukkig visa versa. Dus als jij begint te gillen van fruit dat werd gewassen in mogelijk besmet kraanwater, dan lust kleine Cas geen fruit meer. Maar als jij een straathond rustig benaderd en hem even laat ruiken aan je hand, dan zal mini Marie honden de rest van haar leven waarschijnlijk ook leuk vinden. Het is lastig om niet overbezorgd te reageren op nieuwe (en soms spannende) situaties in het grote buitenland. Mijn middenweg: natuurlijk let ik goed op maar ik prijs ook de onbevangenheid van mijn dochter: nieuw is vooral leuk.
Meer lezen over het bijzondere reisverhaal van Domin? Je leest het in het nieuwe nummer van Happi.kidz, ‘Kracht’