Reizen doet iets wonderlijks met ons gevoel van tijd. De heenweg lijkt langer dan de terugweg, bijvoorbeeld. En als je twee dagen op reis bent, lijkt eergisteren wel een maand geleden.
Hoe werkt dat precies? We vroegen het psycholoog Ap Dijksterhuis, die het onderweg ook behandelt in zijn nieuwe boek ‘Wie (niet) reist is gek’.
Hoe komt het dat door te reizen je leven langer lijkt?
‘Het heeft te maken met het verwerken van nieuwe indrukken. Je brein houdt de tijd bij niet met seconden of minuten, maar aan de hand van nieuwe prikkels. Dus als je brein veel nieuwe prikkels verwerkt, lijkt de tijd langer te duren. Als je drie dagen naar Kopenhagen gaat, denk je dat je een week bent weggeweest. Na een week in India heb je het gevoel dat je al een maand weg bent. En de heenreis lijkt inderdaad veel langer te duren dan de terugreis. Reizen verlengt ons leven niet ècht, maar zo voelt het wel.’
Je hebt het in je boek ook over het verschil tussen westerse tijd en de tijd in Nepal.
‘In Nederland maken we hele strakke tijdsafspraken. Dat heeft voordelen, want daardoor zijn we in staat een georganiseerde samenleving en bloeiende economie op te bouwen, maar het betekent ook: als tijd op is, is het echt óp. In landen als Indonesië of Nepal lijkt de tijd flexibeler. Rekbaar, bijna. Je doet ontzettend veel op een dag, en toch heb je het gevoel dat je nog tijd over hebt. Het is echt gevoelsmatig, maar ik hoor van andere reizigers dat ze het herkennen. In culturen waar mensen zich nauwelijks iets aan tijd gelegen laten liggen, zit je nooit in tijdnood.’
Geldt dan: hoe langer hoe beter? Of verdwijnt het effect na een tijdje?
‘Ik ben zelf twee keer drie maanden op reis geweest, dat vond ik geweldig. Maar het is echt persoonlijk. Als je maanden weg bent, maakt de honderdste tempel niet meer zoveel indruk als de eerste. Wanneer je merkt dat je echt totaal nik smeer opneemt, kun je inderdaad misschien beter teruggaan. Maar meestal is dat tijdelijk.’
‘Ik heb zelf een keer meegemaakt dat ik in India na een week een fort bezocht en mijn vriendin uit de reisgids voorlas en ik merkte: ik neem het niet meer op, ik zit gewoon vól. Toen hebben we het reistempo lager gelegd en ging het weer goed. Dat gaat trouwens meestal vanzelf: als je langer de tijd hebt, ga je vanzelf ook langzamer reizen.’
Kun je dat tijdseffect gewoon thuis bereiken?
‘Reizen is wel een prettige en efficiënte manier. Als je naar een land als India gaat, hoef je niet zoveel te doen, de nieuwe indrukken komen vanzelf op je af. Maar natuurlijk hoef je niet per se op reis. Mijn schoonmoeder reist niet zo graag. Ze vond Wie (niet) reist is gek een leuk boek, maar ze merkte op: ‘De meeste voordelen die jij noemt, krijg ik ook van vier dagen carnaval.’ Reizen is niet de enige manier en dat is maar goed ook.’
Ap Dijksterhuis, ‘Wie (niet) reist is gek’ (uitgeverij Prometheus, €15).