Hoe kun je in het diepst van je verdriet een sprankje schoonheid vinden om je aan vast te houden?
Zoveel dingen om verdriet over te hebben. Zoveel dingen om over te rouwen. De mensen die van je worden weggenomen, onterecht, onverwacht of allebei. De mens die jij niet meer bent – het verlies van je jeugd, je onbevangenheid. Het leven is afscheid nemen en de onontkoombaarheid daarvan kan je letterlijk de adem benemen.
Zoek je iets om je aan vast te houden? Een sprankje hoop?
Verdriet is weerbarstig, onbuigzaam, verstikkend. Het is iets dat geen begin en geen einde lijkt te hebben en als je erdoor overspoeld wordt, weet je soms letterlijk en figuurlijk niet meer waar je het moet zoeken. ‘Het’, dat is een sprankje hoop, iets om je aan vast te houden. Iets dat wijst naar een uitgang.
Het moeilijke is dat je vaak niet eens de kracht of de wíl hebt om daarnaar te zoeken. Diep verdriet is een totale ontreddering. Het zit in je hoofd, zodat je niet meer na kunt denken. Het zit in je lichaam, dat zich opkrult en niet meer wil eten. Het gaat tot in het diepst van je ziel, waar geen licht meer kan komen.
Iedereen heeft een eigen manier om met verdriet en rouw om te gaan. Jezelf de vraag stellen ‘Hoe ga ik dit te boven komen?’ is het allereerste kleine stapje. Misschien dat, later, deze strategieën je kunnen helpen.
1. Door te denken: vertrouw op je veerkracht
Sheryl Sandberg, die totaal onverwacht haar man verloor, schreef in haar boek ‘Plan B’ dat er een paar gedachten zijn die houvast kunnen bieden. Het eerste: wat je overkomt is niet persoonlijk. Het komt niet door jou dat het je overkomt, sommige dingen gebeuren gewoon.
Het tweede: deze gebeurtenis, hoe verdrietig ook, bepaalt niet je hele leven. Er zijn ergens kleine hoekjes van het leven waar het verdriet niet is – misschien een moment op je werk, een moment dat je opgaat in een hobby. Het zijn de plekken en momenten waar je adem kunt halen.
En het derde: het is niet permanent. Het gaat niet blijven, dit gaat niet de rest van je leven bepalen. Er gaat een tijd komen dat het verdriet minder wordt – hoe ondenkbaar dat nu ook lijkt.
2. Met je lichaam: ga terug naar de basis
Het Latifa-gebed is een oud gebed dat bestaat uit zeven stappen. De kern ervan zit in de verbinding tussen je emoties en je lichaam. Je legt je hand op plekken in je lichaam waar je de emoties het meeste voelt. Dit is stap één: je pakt met je linkerhand je rechterhand en legt die op je linkerzij en je zegt ‘ik besta’. Je pakt je hand en legt die op je rechterzij en je zegt ‘ik verlang’.
Zo zijn er zeven stappen. Maar die eerste twee zijn in tijden van verdriet, afscheid en rouw misschien wel het belangrijkst. Je hand op de plekken in je lichaam leggen waar je het verdriet het meeste voelt, is ook een manier om je lichaam gerust te stellen: het klopt wat je voelt.
3. Voor je ziel: zoek troost bij iets dat groter is dan jezelf
We hebben niet zoveel rituelen waar we op terug kunnen vallen in tijden van verdriet, afscheid en rouw. Je voorouders aanroepen om je te helpen. Bidden. Het universum te hulp roepen. Het is wat mensen doen, als ze te maken krijgen met dingen die groter zijn dan ze eigenlijk aankunnen.
Je kunt het zoeken in religie, maar ook de natuur kan helpen. Ga naar buiten als het stormt en schreeuw tegen de wind tot je longen leeg zijn en je weer adem kunt halen. Kijk naar de sterren, die misschien al miljarden jaren gedoofd zijn, terwijl hun licht je nu pas bereikt. Ga naar zee. Ga zeker naar zee, want het is iets dat mensen al duizenden jaren doen – om te bidden tot voorouders, de as van dierbaren te verstrooien, om zich klein te voelen – en tegelijkertijd onderdeel van iets groots.
De zee is ook een metafoor. Verdriet komt in golven. Zelfs de heftigste emotie duurt niet langer dan een paar minuten. Daar moet je doorheen. Daarna kun je, al is het maar een klein moment, even bovenkomen, ademhalen. Er is altijd íets dat je opvalt. Je ziet een stofdraad, waar misschien het stof van een meteoriet in zit. Je hoort een blad dat ritselt. Er zijn mensen die aan je denken. Die kleine waarnemingen zijn manieren om contact te maken met de wereld buiten je.
Dit is zeker: verdriet is eenzaam, en tegelijkertijd ook niet. Je bent nooit de enige. Het leven kan gruwelijk oneerlijk zijn, maar mensen zijn erop gebouwd daarmee om te gaan. Het is een schrale troost, maar niettemin een troost, dat dit een moment is dat je je kracht leert kennen en gebruiken. Dat je erop kunt vertrouwen dat je het in je hebt om een sprankje schoonheid te vinden en daar je handen omheen te leggen, tot de storm is gaan liggen en je weer in staat zult zijn om zachtjes te blazen zodat er een vuurtje ontstaat waaraan je je kunt warmen.
Nu nog niet. Nu is alleen het zien voldoende. Het zien van iets moois. Iets van schoonheid. Iets dat goed is. Iets dat zegt dat het weer goedkomt, ooit.
Meer Happinez?
- Voel jij je niet (altijd) bijzonder?
- De 7 behoeften van een introvert
- 10 oefeningen in positief denken