Ik heb de wereld leren kennen via romans. Als meisje verliet ik elke week de bibliotheek met een tas vol boeken. Een boek was een verrekijker waardoor ik dingen die vreemd en ver waren dichtbij kon brengen, alsof ik ze kon aanraken. En soms was een boek een vergrootglas waarmee ik zaken die diep in me verborgen zaten naar voren kon toveren. Nog steeds is lezen voor mij een vorm van meditatie, reflectie en introspectie.
In boeken, of het nu literatuur, poëzie of non-fictie is, komen dingen ter sprake die we in het dagelijks leven graag en handig afdekken met beleefdheidsvormen, vluchtgedrag of logische redeneringen. In boeken mag het wél. Daar mag het schuren, wringen, steken. Boeken kunnen je optillen, confronteren met je eigen beperkte aannames en belemmerende overtuigingen. Ze prikkelen om een volgende deur te openen, verder te denken dan je tot dusver gedaan hebt, te zien waar je al honderd keer overheen gekeken hebt. Of ze verwoorden precies wat je zelf aan het ontdekken bent, maar waar je nog geen woorden voor had gevonden. Boeken kunnen levenslange, trouwe papieren vrienden zijn die je bij elke verhuizing als eerste uit de doos haalt en in je boekenkast zet.
Dit zijn de vijf meest invloedrijke boeken van mijn leven, met het belangrijkste inzicht dat ik eruit haalde. Misschien heb je er iets aan of kan ik je verleiden ze ook te gaan lezen.
‘De profeet’, Kahlil Gibran, Kosmos Uitgevers.
Ik kreeg ‘De profeet’ tientallen jaren geleden van een vriend. Er was net een liefde gestrand en daar hadden we over zitten praten. Hij moet mijn verwarring hebben gezien en daar moest de Libanese dichter Kahlil Gibran aan te pas komen, vond hij. Hij had er een briefje in gestoken dat er nog steeds in zit, waarin hij refereert aan de zin ‘vul elkaars beker, maar drink niet uit elkaars beker’. Steun en help elkaar, maar maak de problemen van de ander niet tot de jouwe. Ik was destijds bijna verdronken in de beker van de ander.
Ontdek ook ‘Kristallen by Happinez’
- Chakra’s in balans: zo gaat je levensenergie weer stromen
- Handige kristallenindex: de betekenis van 67 kristallen
- En nog veel meer
In de romantische liefde moet ik mezelf steeds voorhouden dat je je niet volkomen met elkaar hoeft te vermengen om volledig lief te hebben. Het is tegelijk mijn grote behoefte en diepe angst, zoals verlatings- en bindingsangst eigenlijk ook één zijn. Je wilt je zo graag verbinden, maar je durft niet goed. Je verwart overgave met jezelf uitleveren en weifelt.
Vlak voordat ik trouwde, drie jaar geleden, voel ik dezelfde aarzeling. Het verlangen me in zijn armen te laten vallen streed met de angst om in hem te verdwijnen. En toen was daar Gibran die alles weer helder maakte. ‘Geeft je harten,’ fluisterde hij me toe, ‘maar geeft ze niet aan elkaar in bewaring.’ Dat wilde ik en dat kon ik; naast hem staan, met mijn hart wijd open, maar kloppend in mijn eigen borst.
‘Melk en honing’, Rupi Kaur, Orlando.
‘Zoek niet naar heling / aan de voeten van degenen / die je gebroken hebben.’ Ik moet dit gedicht van Rupi Kaur zo’n achthonderd keer gelezen hebben na een pijnlijke liefdesbreuk. Ik las het eerst steeds nadat ik ernaar zocht en de deksel op mijn neus kreeg. Daarna las ik het om mezelf ervan te weerhouden ernaar te zoeken en ik bleef het lezen totdat elke neiging in me om naar liefde op de verkeerde plek te zoeken was verdwenen. Soms is poëzie beter dan therapie.
Rupi Kaur, een Indiaas-Canadese dichter, kunstenaar, illustrator, Instagramicoon en performer, weet het een en ander van liefdespijn, maar ook van huiselijk geweld en verkrachting. Ze schrijft het allemaal op; het lijden en het liefhebben, het breken en het helen, met scherp gekraste illustraties erbij. In haar bekendste bundel ‘Melk en honing’ zijn haar wonden en verrukkingen even rauw als dichterlijk beschreven, wat het verwarrende gebied dat seksualiteit en relaties voor zoveel vrouwen is, verheldert. Ze zet als een alchemist pijn om in schoonheid.
‘Brieven aan een jonge dichter’, Rainer Maria Rilke, Balans.
Rainer Maria Rilke hield een jongeman die dichter wilde worden voor om zich toch vooral naar binnen te keren en te verzinken in zijn eigen wereld. In het prachtige kleinood ‘Brieven aan een jonge dichter’, dat bij mij op de salontafel ligt omdat ik er nooit genoeg van krijg om erin te bladeren, schrijft Rilke over het belang van eenzaamheid voor de mens. ‘Voel uzelf aan de tand en onderzoek de diepten waaraan uw leven zich ontspringt.’
Rilke heeft gelijk. Er is moed voor nodig om jezelf te ontmoeten, want als het wezenlijke zich aan een mens opdringt is dat niet altijd een plezierige aangelegenheid. Alles wat je denkt te zijn ontkomen, alles wat je hebt buitengesloten of verzwegen zal je in de stilte aan een verhoor onderwerpen. Laat er leegte zijn. Wees niet bang voor het niets, het niet-weten, in het vertrouwen dat het zich zal vullen met iets wat passend en van belang is.
‘Heilige contracten’, Caroline Myss, Spectrum.
‘Heilige contracten’; de titel van dit vuistdikke boek bracht vijftien jaar geleden een rilling bij me teweeg en nog steeds voel ik er iets bij als ik het in mijn boekenkast zie staan. De woorden brengen me naar een prettige diepte, de ruimte waar de ziel resideert. Dat is precies de laag waar Caroline Myss me bijna vijfhonderd pagina’s lang naar volle tevredenheid gevangen kan houden als ik het herlees.
Het leven is onnavolgbaar, maar soms zijn er dingen waaraan je niet lijkt te kunnen ontkomen. Je wordt er in verlangen naartoe getrokken of wordt er tot je schrik telkens mee geconfronteerd. Zou het zo kunnen zijn dat we, voor we ons leven begonnen, afspraken met onze ziel hebben gemaakt? En dat we ons diep van binnen altijd herinneren wat we hier komen brengen en leren?
Er kan een innerlijk weten zijn die je een richting op wil hebben en er zijn belangrijke keuzepunten (‘contractmomenten’, zoals Myss ze noemt): bij een persoon, plaats of situatie die te maken heeft met een afspraak kun je een sterke fysieke reactie ervaren. Ernaar luisteren en handelen is niet altijd even gemakkelijk. Als helden op een mythische reis zullen we moeten worstelen om de juiste keuzes te maken die overeenkomen met wat onze ziel allang wist. Ik vind het een mooie gedachte.
‘Het huis met de geesten’, Isabel Allende, Wereldbibliotheek.
De roman, die toen ik jong was via mijn moeder het huis binnen kwam en me definitief bevrijdde van mijn gevoel ‘anders te zijn’, was ‘Het huis met de geesten’. Isabel Allende beschrijft het in verbinding staan met het bovennatuurlijke (wat ik ervoer) heel onnadrukkelijk en terloops. Het neemt een vanzelfsprekende plek in in het kleurrijke leven van een familie in Zuid-Amerika en Clara in het bijzonder. Geesten horen bij de levenden, zoals wijn bij een maaltijd hoort.
Mijn eigen wijze moeder stelde me gerust door te zeggen: ‘Je hoeft niet bang voor ze te zijn, want zij zijn geest en wij zijn geest én lichaam.’ Dat we destijds hierover met mijn vader of anderen zouden praten was ondenkbaar en onnodig. En nu had ik ook nog Clara.