Er is weinig vervelender dan het ‘ik-heb-geen-oog-dicht-gedaan-vannacht’-gevoel. Vrijwel iedereen zal weleens opstaan met het idee maximaal een uur de slaap gevat te hebben, maar voor ruim anderhalf miljoen mensen in Nederland is slapeloosheid een dagelijks (nachtelijk) probleem. Een studie brengt voor hen wellicht interessante inzichten met zich mee. Wetenschappers hebben namelijk ontdekt dat het mogelijk is om bewust wakker te zijn terwijl je brein tegelijkertijd slaapt.
Klinkt best ingewikkeld. Desalniettemin zijn de bevindingen in het onderzoek erg interessant, zeker met het oog op het ontwikkelen van een ‘medicijn’ tegen slapeloosheid. Om slapeloosheid met alle gevolgen van dien (hang naar ongezond voedsel, verslechterde motoriek, algemene gezondheidsproblemen) tegen te gaan, zou een behandeling gericht op bepaalde delen van het brein kunnen helpen – bijvoorbeeld in de vorm van meditatie.
Het zit zo
De conclusie van het onderzoek komt op het volgende neer: het gevoel dat je wakker ligt hoeft niet te betekenen dat je daadwerkelijk niet slaapt. Dat heeft te maken met hoe je slaap definieert. Het klinkt logisch om slaap te definiëren als de afwezigheid van het bewustzijn dat we hebben wanneer we wakker zijn. Als iemand met insomnia een hele nacht bij bewustzijn is geweest, zal diegene die nacht dus als slapeloos ervaren.
Echter, eerdere studies naar insomnia wezen al uit dat mensen die lijden aan slapeloosheid zich wakker voelen, óók als scans laten zien dat het brein zich op dat moment wél in een slaappatroon bevindt. Deze tegenstrijdigheid wordt aangeduid als slaapmisvatting.
Volgens Danial Kay, professor aan de Brigham Young University en publiceerder van de recente nieuwe studie, moeten we verder kijken dan die slaapmisvatting. Hij legt uit: “Het is geen kwestie van óf helemaal wakker zijn óf helemaal slapen. Het is aannemelijk dat sommige delen van het brein zich in een slaappatroon bevinden, terwijl andere breinregionen wakker zijn.”
Aha. De hersenen die zich opdelen in twee kampen, dus.
Dit zou volgens Kay ook kunnen verklaren hoe het kan dat mensen die een slechte nacht hebben gehad, toch verbazingwekkend goed functioneren de volgende dag. “Het is mogelijk dat de delen van het brein die wel geslapen hebben niet beïnvloed zijn door de onrustige nacht. Deze delen zouden in staat kunnen zijn om de functies van de andere delen van het brein te compenseren.”
Basis voor toekomstig onderzoek
Het lijkt er dus op dat mensen met slapeloosheid ‘s nachts ongemerkt toch meer rust pakken dan dat zij ervaren. Toch neemt dat het gevoel van continu wakker liggen – wat misschien wel het meest frustrerende aan slapeloosheid is – niet weg. Ook Kay erkent dat.
Het fenomeen slaap benaderen als een bepaald verloop, in plaats van uitsluitend de twee staten van wakker zijn en slapen te definiëren, is volgens Kay een visie die een goede basis legt voor toekomstig onderzoek naar slapeloosheid. Volgens hem zou de oplossing kunnen liggen in het ontwikkelen van een behandelprogramma dat zich richt op de specifieke delen van het brein die je het gevoel geven wakker te zijn. Mindfulness en meditatie zouden een belangrijk onderdeel kunnen vormen van de behandeling.
Mindfulness en meditatie zorgen namelijk voor activiteit in die hersendelen die ervoor zorgen dat iemand met insomnia zich wakker voelt terwijl (een deel van) het brein in slaap is. Als we in staat zijn om ons direct tot die delen van het brein te richten, zouden we het gat dat de slaapmisvatting creëert kunnen dichten.