Niemand wil een egoïst zijn, zeker niet in de ogen van anderen. Maar er bestaat ook zoiets als gezond egoïsme. Hoe weet je nu wat wat is? Zeven vragen die je jezelf kunt stellen.
1. Ben ik wel goed bezig?
Dat is natuurlijk de eerste vraag: waar ben ik eigenlijk mee bezig? Je kijkt in een imaginaire spiegel, of ziet jezelf door de ogen van anderen. Zodra die vraag in je opkomt, zit je feitelijk al in een spiritueel proces: je probeert je acties bewust te maken.
Er zit wel een valkuil in, genaamd ‘innerlijke criticus’. Dat is het stemmetje in je hoofd dat alles bekritiseert wat je doet, per definitie. Je hebt een gezellig feestje gehad bij een goede vriendin – het is laat geworden, je moet morgen vroeg op – en je vertrekt zonder aan te bieden te helpen met opruimen. Dan zegt het stemmetje misschien bestraffend: ‘Wat een egoïst ben jij zeg, nu staat zij in haar eentje te ploeteren.’ Maar bied je wel aan om te helpen, dan heb je kans dat het je óók uitfoetert: ‘Wat hang je weer het heilig boontje uit, nu lig je echt te laat in bed, sukkel.’ De innerlijke criticus is er altijd op uit te zorgen dat je je schaamt en schuldig voelt, door jezelf te veroordelen.
De kunst is dus om mild en zonder oordeel te kijken. Dat doe je door als het ware in een helikopter boven de situatie te gaan hangen en alle aspecten ervan in ogenschouw te nemen. Bijvoorbeeld: het is laat geworden, ik ben de laatste, ik wil naar huis. Overal staan lege glazen, schalen, bordjes… kan ik het opbrengen om nog een tijdje te blijven om te helpen? Nee, eigenlijk niet, ik ben echt moe. En ik heb nog een hele reis voor de boeg, waarschijnlijk net zo lang als zij nodig heeft om op te ruimen. Als ik nu gewoon wegga, liggen we even laat in bed. Conclusie: ‘Lieve schat, het was heerlijk, maar ik ben moe en ik moet nog een eind reizen. Dus ik ga ervan door zonder aan te bieden om te helpen, is dat oké voor jou?’
2. Hoe zou ik het vinden als mijn beste vriendin dit deed?
Een prima methode om erachter te komen of je jezelf niet te streng beoordeelt, is je voor te stellen dat een geliefd iemand zoiets zou doen en jou om raad vraagt. Stel, een vriendin vraagt je mee naar een heerlijk yoga-oord in Frankrijk, voor een bonusprijsje. Je vraagt je af of je dat wel kunt maken tegenover je gezin. De kinderen zouden voor het eerst zo lang naar oma en opa gaan, je man heeft het heel druk op z’n werk en moet een week voor zichzelf zorgen.
Denk je in dat een vriendin bij jou zou komen met die vraag: vind je dat ik dit kan maken? Grote kans dat je enthousiast roept: ‘Maar natuurlijk! Dit is zo goed voor jou! Je komt uitgerust en opgeladen terug en dat is goed voor iedereen.’ Kun je jezelf die beste-vriendinnen-pitch geven?
Natuurlijk is het ook mogelijk dat je naar de hele situatie kijkend tegen je vriendin zou zeggen: ‘Hmm… kweenie. Denk er nog eens over na. Je jongste zit net op de crèche en moet nog erg wennen en de oudste moet toch afzwemmen in die week? Je man zit met een grote klus die het uiterste van hem vergt. Misschien is dit niet precies het goede moment voor jou om er tussenuit te piepen.’
Word je eigen beste vriendin, die geen blad voor de mond neemt, jou niet spaart, maar wel oprecht van je houdt en graag wil dat je gelukkig wordt.
3. Doe ik hiermee iemand kwaad?
Een vraag die er simpeler uitziet dan hij is. Want wat is kwaaddoen? Doe je bijvoorbeeld iemand kwaad als je niet op een feest verschijnt waarvoor je bent uitgenodigd? Op de meeste feesten komen zoveel mensen dat je best gemist kunt worden; ze amuseren zich prima zonder jou. Als je vriendelijk bedankt voor een uitnodiging, met of zonder opgaaf van reden, ben je vast niet de enige en zeker geen egoïst.
Soms is er een gelegenheid waarbij je weliswaar niet belangrijk bent, maar wel onmisbaar, zoals een familiereünie of een bruiloft waarbij je een van de weinige familieleden bent van de ene helft van het stel. Je afwezigheid vormt dan een opzichtig gat en het is mooi als je je ertoe kunt zetten om toch maar te gaan, al weet je dat je de hele dag langs de zijlijn zult zitten.
En soms – vaak – is egoïstisch gedrag vooral slecht voor jezelf. Dan ben je vooral je eigen ego aan het pleasen, je zelfbeeld aan het oppoetsen en je gaat voorbij aan je werkelijke behoeften. Het heet ook wel ‘workaholism’, of controlfreak. Je neemt alles uit handen van de mensen om je heen, gelooft dat jij en alleen jij in je eentje de wereld kunt redden en je racet richting burn-out. Ook dat is een vorm van egoïsme.
Gezond egoïsme is telkens weer denken: wat is mijn deel van deze taak? En niet meer doen dan redelijk is.
4. Uit welk deel van mijzelf komt deze impuls?
Zelfonderzoek 2.0: niet alleen weten wat je wilt, maar ook waarom. Je schilt een peer om te delen met je partner en de gedachte flitst door je heen: ik neem lekker het dikste stuk zelf. Waaruit komt die gedachte? Zorg je misschien door de bank genomen net iets te veel voor je partner, meer dan je eigenlijk wilt, en is dit compensatiegedrag? Dan is dit misschien wel een subtiel teken dat je iets aan je innerlijke pleaser zou kunnen doen. Ben je eigenlijk altijd bang om tekort te komen, omdat je als kind vaak werd overgeslagen? Denk eens na over een manier om dat nu eindelijk eens los te laten en je minder slachtoffer te voelen.
We hebben allemaal vele ‘ikken’ in ons en sommige daarvan zijn minder fraai. Of beter gezegd: elk mooi deel van je heeft wel ergens een minder mooie tegenpool. Als je een perfectionist bent, zit er ergens ook een sloddervos in je. Als je iedereen wilt helpen, loert er in de diepte ook een uitbuiter in je. Hoe beter en altruïstischer je probeert te zijn, hoe dieper verborgen je schaduw.
Gezond egoïsme betekent ook dat je je eigen schaduw omarmt en accepteert. Alleen dat wat je accepteert, kun je ook leren beheersen. Zolang je je minder nobele impulsen ontkent en verdringt, zullen ze vroeg of laat door de kieren naar buiten glippen.
5. Is dit hebberigheid of een behoefte?
Er is een beroemde uitspraak van Mahatma Gandhi: ‘Deze wereld heeft genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebberigheid’. De vraag is dus: wat zijn je behoeften?
Marshall Rosenberg, de ontwerper van Geweldloze Communicatie, nam in zijn gelijknamige boek een lijst op van menselijke basisbehoeften die we allemaal gemeen hebben. Behalve onze lichamelijke behoeften zoals aanraking, beweging, rust enzovoort, hebben we volgens hem allemaal behoefte aan autonomie, integriteit in de vorm van authenticiteit, de mogelijkheid om het leven te vieren en ook om te rouwen, onderlinge afhankelijkheid, spel en welzijn. Onder autonomie valt bijvoorbeeld dat je je eigen manier kunt kiezen om je dromen waar te maken. Bij onderlinge afhankelijkheid horen onder andere begrip en erkenning, geborgenheid en liefde, steun en waardering, maar ook respect en eerlijkheid. Bij welzijn noemt hij harmonie, orde, schoonheid, vrede en inspiratie.
Er staat niet bij: de nieuwste schoenen van Louboutain, of een villa aan de Vecht. Wel acceptatie, maar niet bewondering. Wel bescherming tegen levensbedreigende situaties, maar niet bescherming tegen teleurstelling. Wel nabijheid, maar geen troost of compensatie voor verlies. Wel seksuele expressie, maar niet seksuele bevrediging.
De kern van geweldloze communicatie is dat je eerlijk en kwetsbaar je behoeften uit, omdat je daarmee de kans groter maakt dat een ander met plezier wil helpen die behoeften te vervullen. Maar daarbij besef je voortdurend dat je niet kunt eisen van een ander mens dat hij jouw behoeften vervult; je laat totaal open of het gebeurt of niet, en je bent niet verontwaardigd als iemand nee zegt op een verzoek. Bij een afwijzing ga je welgemoed op zoek naar een andere manier om je behoefte te vervullen.
Gezond egoïsme is dus: je verantwoordelijk voelen voor je eigen behoeften.
6. Is er ook een andere manier waarop ik goed voor mijzelf kan zorgen?
Je partner wil een hond en jij zet je hakken in het zand. Want je ziet het al helemaal voor je: hij zal waarschijnlijk de leuke zondagse wandelingen op het strand voor zijn rekening nemen, en het dagelijkse uitlaten door weer en wind, ’s ochtends vroeg en ’s avonds laat, komt vast op jou neer. Hij vindt je een egoïst en je vraagt je af of je koppige verzet een kwestie is van goed voor jezelf zorgen of, inderdaad, egoïsme. Is er ook een andere manier waarop je kunt voorkomen waar je bang voor bent? Kun je je zorgen hardop uitspreken en afspraken maken met je partner? Misschien is het tijd om open kaart te spelen en te inventariseren hoe de taken in de relatie verdeeld zijn, en of dat wel rechtvaardig is.
Of jij wilt kinderen en hij vindt zichzelf er nog niet klaar voor. Wie is hier nu een egoïst? Kinderen krijgen is toch een natuurlijke behoefte, dat doe je toch niet voor jezelf? Maar ‘voortplanting’ komt niet voor op Marshall Rosenberg’s lijst. Is het niet vooral warmte, aanraking, veiligheid en geborgenheid waarnaar je verlangt? Kun je ook proberen je relatie eerst warmer en intiemer te maken, en dan over een tijdje nog eens praten over baby’s?
7. Kan ik accepteren dat het anders loopt dan ik gewenst had?
Gezond egoïsme is in elk geval niet: woedend verzet tegen wat er op je pad komt. Zoals Eckhart Tolle zegt: je hoeft niet van het new age-idee uit te gaan dat je alles wat er gebeurt, zelf gecreëerd hebt. Dat is vaak te wreed, vooral als je in moeilijke omstandigheden zit. Maar, zegt Eckhart, het helpt wel, als een vorm van spirituele oefening, om de zaken te accepteren alsof je zelf deze gebeurtenissen hebt gekozen. Want ze zijn er nu eenmaal en acceptatie brengt ruimte in de zaak. In die ruimte komt de mogelijkheid om de dingen te veranderen.
Als je echt niet in staat bent om de situatie te accepteren en woedend bent, accepteer dan je woede, zegt hij. Dan breng je op een ander niveau toch acceptatie in de situatie en daarmee ruimte. Ongezond egoïsme is eigenlijk altijd een vorm van vernauwing, beperking. Je ego vertelt je dat je iets moet krijgen om gelukkig te kunnen zijn. Gezond egoïsme is naar je leven kijken met ruimte en overzicht… jezelf de ruimte gunnen die je ook aan anderen gunt.
Meer lezen over gezond egoïsme?
Zet jezelf op nummer 1: waarom het een mooi streven is om egoïstisch te zijn.