Altijd dankjewel zeggen, oudere mensen spreek je aan met ‘u’ en liegen is fout – regels die ieder kind tijdens de opvoeding ingeprent krijgt. Maar dat liegen, is dat altijd verkeerd? Of is het soms beter dan de waarheid vertellen?
Volgens hoogleraar Moderne Letterkunde Maarten van Buuren kunnen we daar kort over zijn: met liegen is in sommige gevallen inderdaad niets mis. Psycholoog en onderzoeker Andreas Wismeijer is het daarmee eens: volgens hem komt altijd helemaal eerlijk zijn niet ten goede van je relaties en je voorkomen als persoon. En zeg nou zelf: als een leugen vertellen betekent dat je iemands leven kan redden en de waarheid betekent iemands dood, dan is de keuze toch erg snel gemaakt?
De vraag waar de grens ligt is een interessantere kwestie. Tot op welke hoogte is liegen verantwoord en wanneer wordt een leugen vuil? Er wordt al lange tijd onderzoek gedaan naar die kwestie. Wat in elk geval blijkt, is dat de mensheid, vaak onbewust, dezelfde keuzes maakt als het om moraliteit gaat. Al decennialang wordt er dus een algemene, ‘gezamenlijke’ grens getrokken tussen verantwoord liegen en een vuile leugen, tussen ‘goed’ en ‘slecht’. Maar waar is die gezamenlijke moraliteit eigenlijk op gebaseerd?
Het doel heiligt de middelen
Onderzoekers van de North Carolina State University hebben onderzocht welke factoren doorslaggevend zijn in het veroordelen van ‘het goede en het kwade’. Daaruit blijkt dat er drie factoren zijn waarmee de meeste mensen morele kwesties beoordelen: het karakter of de intentie van de persoon die de actie uitvoert, de daad zelf en de consequentie van die daad. De onderzoekers noemen dit het ADC-model (agent, deed, consequence) en kunnen hiermee voor het eerst een inkijkje geven in hoe ons brein een situatie beoordeelt.
En dat werkt als volgt. Bij een scenario waarbij de inzet laag is (wanneer het dus niet gaat om een kwestie van leven of dood) gebruiken we de daad zelf om te bepalen of de situatie moreel gezien goed of slecht is. Dus in een situatie waarbij niemands leven in gevaar is of andere ernstige consequenties kunnen ontstaan, kijken mensen om de (im)moraliteit van de situatie te bepalen eerder naar het feit of er wel of niet gelogen wordt dan naar de algemene uitkomst van die daad.
Wanneer de inzet hoog is – bij een kwestie van leven of dood bijvoorbeeld – gebruiken mensen duidelijk de consequenties om de mate van (im)moraliteit te bepalen. In zulke gevallen heiligt het doel (een leven redden) de middelen (het vertellen van leugens of het gebruiken van geweld).
Wat is goed en wat is slecht?
‘De mensheid’ lijkt dus behoorlijk eensgezind te zijn als het gaat om (im)moraliteit. Maar dan hebben we het nog niet gehad over de vraag wat goed en slecht nou eigenlijk is. Want bestaat er wel een algemene morele waarheid? Volgens filosoof Friedrich Nietzsche (1844 – 1900) niet: wat jij als ‘goed’ bestempelt is afhankelijk van je positie en perspectief op dat moment. Dat maakt het onmogelijk om een objectieve morele waarheid te formuleren, stelde hij.
Ondanks de eensgezindheid blijft de vraag wanneer het geoorloofd is om ergens over te liegen dus een persoonlijke kwestie. Afhankelijk van de situatie en de eventuele consequenties. Het ADC-model geeft je echter wel een indicatie of jouw leugentje om bestwil algemeen aanvaard zal worden of niet.
Uiteindelijk gaat het om het opmaken van de balans en het volgen van je eigen gevoel. Welke belangen wegen het zwaarst, waarmee schaad je het minst en wat probeert je gut feeling je te vertellen?
En, hoe luidt dat gezegde ook alweer? Al is de leugen nog zo snel…