Voor iemand die begrijpt dat licht en donker allebei een plek hebben en elkaar in evenwicht houden, voor iemand die pijn en verdriet graag in de ogen kijkt om te verwerken, kan ik teleurstellend moeilijk tegen het duister van opzettelijke slechtheid. Ik probeer me er niet over uit te spreken en er een beetje omheen te lopen, maar diep van binnen vel ik een vlijmscherp oordeel. In mijn ogen is het lelijk, laag. Onwaardig.
Er zijn mensen die niets liever doen dan tv-series met louter intens-gemene personages kijken of reality-tv die de donkerste kant van de mens naar boven laat komen, handenwrijvend door de redactie op lelijkste momenten gemonteerd en uitgeserveerd. Er zijn mensen die een thriller over een lustmoordenaar lezen en daarna heerlijk slapen. Ik ben niet een van die mensen. Als kind vond ik ongelukken, ziektes of rampen niet eng, maar het idee dat jou iets kon worden aangedaan door anderen, opzettelijk en vanuit wreedheid, onverdraaglijk. Hoe kon een mens op aarde zich ooit ontspannen, levend in een kwetsbaar lichaam dat mishandeld of gemarteld kan worden?
De boze buitenwereld
Lange tijd was mijn strategie om me blind te houden voor gemenigheid en me te richten op licht en liefde. De schaduwkant van mijn vrienden en liefdespartners moffelde ik graag weg en die van mezelf vermoedelijk ook. Ik ontwikkelde een fikse oogafwijking, die mijn oogarts dramatisch ‘geriatrisch’ noemt, zodat ik de boze buitenwereld een beetje wazig van me af kon houden.
Kijken met je hart
Als je oordeelt over hardheid en je slecht tot schaduwkanten kunt verhouden, zal het universum je oefenmateriaal geven. Zo ook bij mij: laatst werd twee keer achter elkaar iemand boos op me en zette de aanval in. Eerst een man en daarna een vrouw. Beide riepen een bekende angst in me op waar ik nu eens niet voor wilde wegduiken, maar die ik besloot te onderzoeken op mijn meditatiekussentje – de plek waar ik de dingen nu eenmaal het helderste kan zien. Ik richtte me op de situatie met de man en zag voor mijn geestesoog een grote, donkere, schreeuwende gedaante. Ik liet hem tieren, ademde door mijn angst heen en durfde hem de vraag te stellen: wat zou je willen? Prompt stopte hij met schreeuwen, kromp tot hij kleiner was dan ik en keek me aan. Nadat ik van mijn kussentje opstond mailde ik hem met de vraag of we koffie konden drinken, wat niet lang daarna gebeurde en waarbij we een welwillend contact legden dat alles veranderde.
Ontdek ook ‘Kristallen by Happinez’
- Chakra’s in balans: zo gaat je levensenergie weer stromen
- Handige kristallenindex: de betekenis van 67 kristallen
- En nog veel meer
De vrouw zag ik in meditatie als een boze, dreigende figuur op me afkomen, maar daarachter keek een lief, stralend wezentje om de hoek. Ik zag de liefdevolle kern die zich niet veilig voelde om zonder de beschermende boze buitenkant in de wereld te staan, om allerlei begrijpelijke redenen. De vrouw was en bleef boos op me, maar ik voelde compassie en zag ook dat haar woede niet zo veel met mij te maken had. Op het moment dat ik met mijn hart naar haar kon kijken, stopte de stroom van donkere energie naar mij.
De schaduw hoort erbij
Door deze ervaringen ben ik weer een stukje dichter bij het begrijpen van de schaduw in de wereld, anderen en mezelf gekomen. Ik weet nu dat duisternis zich voedt met angst en dat ze kalmeert of verdwijnt als je je niet van de wijs laat brengen door je angst. (Dat geldt trouwens ook op andere bestaansniveaus waar donkere wezens gedijen bij de energie van angst en zich laten wegsturen als je dat van ze vraagt.) Op sommige momenten richt de schaduw van anderen zich op ons, terecht, deels terecht of onterecht, maar altijd zitten er zo veel begrijpelijke redenen achter. En op andere momenten komt onze eigen schaduw naar voren om het kwetsbare kind in onszelf te beschermen en verdedigen. Die inzichten hebben mijn afkeuring doen afzwakken en mildheid vergroot voor alles wat ik eerder als ‘lelijk’ en ‘laag’ betitelde. Ik weet nu: de schaduw hoort erbij. Alle wezens doen wat nodig is om te overleven.