Wie op school Griekse les of Latijn heeft gehad, de bestseller ‘Mythos’ van Stephen Fry heeft gelezen of ‘Godinnen in elke vrouw’ van Jean Shinoda Bolen, weet dat de Griekse en Romeinse goden en godinnen er een zooitje van maken. Ze vechten, gaan vreemd, zijn ijdel, verraden elkaar en proberen het weer goed te maken; een soap is er niets bij.
Niets menselijks is de godinnen vreemd. Daarom zijn ze zo’n goede inspiratie voor ons. Godinnen maken korte metten met perfectionisme. Ze helpen ons eraan herinneren dat we niets in onszelf hoeven te verdonkeremanen, maar dat onze eigenaardigheden waarde hebben. Ze laten ons zien dat we trots, genietend en groots kunnen zijn en het volgende moment nederig en berouwvol. Met hun capriolen tonen ze ons dat het leven een spel is waarin je fouten maakt die consequenties hebben en waarvan het uiteindelijk de bedoeling is dat je leert.
Thuiskomen in jezelf
Ik hou van het Griekse pantheon, en dan vooral van de godinnen. Van de jonge, avontuurlijke Artemis, de moederlijke Demeter, de sensuele Aphrodite en de stoere Athena. Ik herken stukjes van mezelf in hen, maar als ik eerlijk ben, lijk ik het meest op de nogal huiselijke en niet zo avontuurlijke Hestia. Zij is de al wat oudere godin van het Zelf, ze zorgt voor het huiselijke haardvuur, de innerlijke bron. Als ik me uit balans voel, hoef ik alleen maar naar haar te luisteren om weer ‘thuis te komen in mezelf’ en omstandigheden te scheppen die me voeden en stimuleren.
Je ware aard
Godinnen zijn geweldige archetypen om je aan te spiegelen. Ze willen niets te maken hebben met het opdringerige ideaalbeeld van wat een vrouw zou moeten zijn, maar herbergen alle mogelijke eigenschappen en behoeften in zich. Ze kunnen je er bovendien aan herinneren dat je uniek bent. Elke vrouw zal zich in andere godinnen herkennen (en elke man in andere goden). Er is geen ander begin van persoonlijke ontwikkeling dan het helder krijgen van je ware aard en natuurlijke vaardigheden. Je kunt niet iemand anders zijn dan je bent, ook al doe je nog zo je best.
De struikelende en stralende godinnen stellen je gerust. Juist de dingen die je beschouwt als tekortkomingen of gebreken, zijn middelen tot verdieping en verrijking. Vanuit de schaduw breng je ze in het licht en dan pas zie je hun volle kracht, de lichte kant ervan. Dit ben jij. Onvolmaakt en volmaakt. Ongetemd. De godin die je bent.
Meer Happinez?
- Als de angst je in z’n greep heeft
- Waarom de oplossing altijd binnen in jezelf ligt
- Dit is de kunst van het niksen