Journalist Dominique Haijtema sprak talloze goeroes over leiderschap, maar zelf bakte ze er weinig van. Totdat haar hond haar leerde wat leiding geven betekent: grenzen zijn nódig om je vrij te voelen.
Ik wilde een hond. Het liefst een wild en ontembaar exemplaar. Daarmee zou ik de mooiste avonturen beleven en uiteraard veel liefde en aandacht krijgen. Dat ik daar iets voor moest doen en vooral laten kwam niet bij me op. Ik luisterde niet als iemand zei dat het best veel werk was en discipline vergde.
De hond kwam er. Een prachtige herder met lang haar. Het was liefde op het eerste gezicht. Het was wederzijds, verbeelde ik me. De fokker had nog gezegd: neem niet de hond die meteen naar je toe komt. Die voelt dat hij jou de baas is. Te laat. Ik was al verkocht.
Op mijn werk zagen ze hem niet zitten. ‘Ik hou niet van honden’, zei een redacteur. ‘Ik hou niet van mensen. Maar jij zit hier toch ook?’, wilde ik nog zeggen.
Ontdek ook ‘Kristallen by Happinez’
-
Chakra’s in balans: zo gaat je levensenergie weer stromen
-
Handige kristallenindex: de betekenis van 67 kristallen
-
En nog veel meer
Romantiek versus realiteit
Er volgen romantische momenten aan zee, speurtochten in het bos en de geroemde blijdschap bij thuiskomst. Dan komt de realiteit steeds harder binnen druppelen. De verplichte wandelingen als het niet uitkomt. In de regen of storm de hond in het gareel houden terwijl je een belangrijk telefoongesprek voert. Vergaderingen die uitlopen, het schuldgevoel en de verwijten van de partner.
Gelukkig is er voor bijna alles in Nederland een opleiding of training. En zo sta ik een paar weken lang op zaterdag op een grasveldje te doen alsof ik het belangrijk vind dat er regels zijn. Voor het eerst in mijn leven. Als iemand mij vertelt wat ik moet doen, is mijn eerste vraag – ook als volwassen vrouw van 44 – waarom? En als wordt gezegd dat ‘dit nou eenmaal de regels zijn’ ben ik meestal vertrokken. Vrijheid blijheid. Iedereen moet doen waar die zin in heeft, zolang je een ander geen schade berokkent – dat was heel lang hoe ik erover dacht.
Mijn hond luistert naar iedereen, behalve naar mij. Ik zak dan ook als enige van de groep voor de cursus bij de hondenschool. Een vervolgcursus behoort voor mij niet tot de mogelijkheden, lees ik op het diploma. Het eerste diploma in mijn leven dat ik niet haal. Ik ben er nog trots op ook. Mijn hond en ik doen waar we zin in hebben. Kijk ons eens ontembaar zijn.
Wie is de baas?
Het leidinggeven op mijn werk gaat me ondertussen ook niet bepaald goed af. Ik doe bijna alles zelf en weet stiekem ook alles beter. Ik vind overal wat van. Als het team niet doet wat ik wil, roep ik vertwijfeld dat ik toch echt de baas ben. Het maakt weinig indruk.
Op weg naar huis sla ik mezelf regelmatig voor mijn kop. Ik had toch talloze goeroes gesproken en boeken over leiderschap gelezen? Waarom geef ik dan geen leiding? Waarom luistert niemand naar mij? Een van de eerste goeroes die ik ooit interviewde zei het al: iets weten en niet doen is niet weten. En net als veel andere tegeltjeswijsheden begrijp ik het pas als ik het aan den lijve ervaar.
De hond als spiegel
De hond is de beste spiegel die ik kan wensen. Hij laat mij zien wat ik doe en dat dit weinig resultaten oplevert. Wie een hond neemt of een leidinggevende functie accepteert zal verantwoordelijkheid moeten nemen voor degenen die aan je zorg zijn toevertrouwd. Een wilde hond is gevaarlijk en een team zonder richting is stuurloos. Duidelijke afspraken en doelen geven juist houvast en bieden de nodige veiligheid om samen te kunnen leren. Je weet waar je aan toe bent en wat er van je wordt verwacht.
Mensen en dieren aan hun lot overlaten is geen vrijheid, maar een vorm van verwaarlozing. Vrijheid zonder grenzen is liefdeloos. Het creëert verwarring. Als je niet weet wat je wil moet je anderen daar niet mee lastig vallen. En zeker geen wilde hond nemen.
Als ik een paar dagen later de trainer van de hondenschool spreek, moet hij lachen om mijn briljante inzicht. ‘Je hebt het waarschijnlijk niet gehoord, maar ik zei het al bij de eerste les: Het zijn nooit de honden die we moeten opleiden, maar de eigenaren.’