Jezelf aanvaarden, met al je mooie en minder mooie kanten, is misschien wel het moeilijkste dat er is. Er is iets wat je daarbij kan helpen: het Latifa-gebed, een eeuwenoude meditatie.
Vind je het lastig om stil te zitten, word je ongeduldig wanneer je je hoofd leeg wilt maken? Dan is de Latifa misschien iets voor jou. In zeven stappen brengt het je terug bij je kern: wie ben jij, waar verlang je naar, waar hoop je op? Door met je linkerhand je rechterhand naar een plek op je lichaam te brengen, en tegelijk een eenvoudige affirmatie als ‘ik besta’ uit te spreken, bevestig je wat er leeft in jezelf.
1. Ik besta
Bij de eerste stap pak je met je linkerhand je rechterhand en leg je die in je linkerzij. Je spreekt de eerste zin uit: ‘Ik besta’.
Dit is de basis van alles. Er waren tijden dat je er niet was; er komt een dag dat je er niet meer zult zijn. Maar nu, op dit moment, besta je. Je aanvaardt het leven. Is dat geen wonder? Jouw stem. Jouw lichaam. De ruimte die je inneemt – ja, er is ruimte voor jou.
2. Ik verlang
Nu pak je met je linkerhand je rechterhand en breng je hem naar je rechterzij. En je zegt: ‘Ik verlang.’ Wat verlang je? Nu, op dit moment?
3. Ik hoop
Met je linkerhand breng je je rechterhand schuin over je borst naar je linkerlong en linkerborst. Daar is de plek van de hoop. ‘Ik hoop’, zeg je hardop.
Het is de derde stap in het Latifa-gebed, en misschien wel de meest ingewikkelde. Hopen maakt kwetsbaar. Je hebt het immers niet in de hand? Hoop maakt onrustig. Moet je dan niet iets dóen? Nee, soms niet. Adem rustig in. Adem langzaam uit. Maak ruimte. En wacht. Tot je vervuld bent van hoop.
4. Ik geloof en vertrouw
Met je linkerhand breng je nu je rechterhand naar je rechterlong en je rechterborst. Dit is de plek waar geloof en (zelf)vertrouwen zijn. ‘Ik geloof en vertrouw’, zeg je hardop. De stap van hopen naar vertrouwen is die van onzekerheid naar zekerheid. Geloof en vertrouwen leggen alle ‘ja, maren’ het zwijgen op. Ze stellen gerust, ze sussen, ze troosten. In een diep vertrouwen: het komt goed.
5. Ik laat los
Je brengt nu met je linkerhand je rechterhand naar je keel en spreekt de woorden uit: ‘Ik laat los.’
Het mooie van het Latifa-gebed is hoe de stappen elkaar opvolgen en in elkaars verlengde liggen. Als je gelooft, als je vertrouwen hebt – dan kún je ook loslaten. Of het nu een idee is, een ideaal, een wens of een mens.
6. Ik heb lief
Je brengt met je linkerhand je rechterhand naar je hart, midden op je borst, en je spreekt de woorden uit: ‘Ik heb lief.’
Er is zo veel om lief te hebben! Jezelf, mensen om je heen, de wereld. Liefhebben wat je de vrijheid hebt gegeven, is de ultieme vorm van liefhebben. Je idee van jezelf loslaten. En dan jezelf liefhebben om wie je bent.
7. Ik ben bereid
Bij de laatste stap leg je met je linkerhand je rechterhand even boven je navel, vervolgens vorm je met je handen een kom. Je zegt: ‘Ik ben bereid.’
Oorspronkelijk is dit de plaats van de wil. Daaruit volgt de bereidheid. Het is de bereidheid om te ontvangen, maar ook om te geven. Bereidheid om het leven (en de liefde!) door je heen te laten stromen. Mee te drijven met de stroom, af en toe te vechten tegen de bierkaai, het gewoon maar te doen. Waarom? Eenvoudigweg omdat het jóuw leven is. En misschien ook wel uit dankbaarheid, omdat je bestaat.
Meer lezen over zelfliefde?
Leven met meer compassie en zelfliefde: maak kennis met heartfulness.