Mark Darcy zegt het tegen Bridget: ‘I like you, just the way you are…’ en er gaat een zucht door de bioscoop. Dat wil je toch? Je wilt toch dat je geliefde van je houdt zoals je bent, met al je goede en slechte eigenschappen?
Je wilt dat je partner van je houdt zoals je bent. Maar van wie moet hij dan houden? Van degene die je was toen jullie elkaar ontmoetten? Van degene die je uiteindelijk bent geworden? Van je rommelige, tikje humeurige ochtendzelf of je stralende jij-op-z’n-best? Van allebei, zul je misschien zeggen – maar vooral wil ik dat mijn geliefde houdt van wie ik bén. Maar wie ben je dan?
Je persoonlijkheid verandert voortdurend, zoals alles in de wereld voortdurend verandert. De Griekse filosoof Heraclitus zei het al: panta rhei, alles stroomt, en je kunt niet tweemaal in dezelfde rivier stappen. Ook de Boeddha zei het: niets is permanent, alles verandert in onderlinge afhankelijkheid van elkaar. Zit je persoonlijkheid in je lichaam? Dat wordt eens in de zeven jaar, cel voor cel, volkomen vernieuwd. En ook je brein is aan voortdurende verandering onderhevig. Leven betekent leren, wijsheid vergaren, groeien. Eigenlijk ben je geen minuut dezelfde.
Dwingelandij
Als je van je partner verlangt dat hij (en dat geldt natuurlijk ook voor een zij) van je moet houden zoals je bent, dan zadel je hem dus op met een ingewikkelde opdracht. Als hij houdt van degene die je ooit bent geweest, dan voel je je misschien ondergewaardeerd omdat hij blijkbaar niet ziet wie je nú bent. Als je hem vraagt met je mee te veranderen – dus te houden van degene die je van moment tot moment bent – dan maak je het ’m ook niet gemakkelijker. Hoe kun je nu van iemand vragen om van je te houden terwijl je steeds een ander bent? Bovendien: als je zegt dat je van iemand houdt zoals hij is, zeg je niet alleen maar iets liefs.
Online training Tantra & seksuele energie
-
Voel je lichter, vrijer én levenslustiger
-
Meer uit je hoofd zijn en meer in contact met je lichaam
-
Alleen in november 20% korting met code TANTRA20
Achter die lieve woorden kan namelijk de verwachting liggen dat je geliefde maar ’t best de persoon moet blijven die hij op dat moment is. En dat kan worden opgevat als een opdracht, als een heilig moeten, als dwingelandij zelfs. ‘Ik vind het zo goed van jou dat je nooit zeurt…’ Het leukste aan jou is dat je altijd vrolijk bent…’ En dat is de grootste fout die mensen in relaties kunnen maken: elkaar in een keurslijf dwingen. Dwingen betekent afstand nemen. Dwingers zijn de baas en zij die gedwongen worden zijn in feite slaven. Wil je een slaaf maken van je partner? Dat is vast niet wat je bedoelt als je zegt ‘Ik houd van je zoals je bent’.
Zo ben ik nu eenmaal
Bij relatieproblemen wijzen we maar al te graag naar de ander. Hij maakt altijd ruzie. Ik erger me wild aan haar luiheid. Hij luistert nooit naar me. Zij heeft geen oog voor mijn problemen…Maar durf je ook naar je eigen aandeel te kijken? Hoe communiceer je zelf? Welk gedrag laat je zelf zien?
En nu wordt het stil. Of mompel je iets als: ik doe mijn best, maar ik ben ook maar gewoon wie ik ben. Zo ben ik nu eenmaal.
Zo ben ik nu eenmaal. Dat is een minder vriendelijke bewoording van het liever klinkende ‘houd van me zoals ik ben’. Hoeveel mensen zeggen dat niet tegen hun partner? Ik zeg de dingen recht voor z’n raap, want zo ben ik nu eenmaal. Ik flirt graag, want dat zit nu eenmaal in me. Alle vrouwen zijn dol op schoenen kopen, dus ik ook. Alle mannen drinken bier, dat kan toch geen kwaad? Nederlanders zijn nuchter, dus ik ben niet botter dan een ander. Omdat ik spiritueel bezig ben, hoef ik me niet bezig te houden met jouw aardse probleempjes. ‘Zo ben ik nu eenmaal’ betekent vaak, net als ‘houd van me zoals ik ben’: ik hoef met jou geen rekening te houden.
Te weinig kijken naar je eigen aandeel in de (mis)communicatie is dus het eerste probleem waar veel geliefden tegenaan lopen als hun relatie in onstuimig vaarwater terechtkomt. En mochten ze dat probleem weten te omzeilen, dan is er nog de klip van de ‘ideale partner’ waarop veel stellen stranden. Want in plaats van met elkaar, spreken geliefden maar al te vaak met een wensbeeld in plaats van met een mens van vlees en bloed. Vaak is dit beeld gebaseerd op vroeger, op het begin van de relatie. Geliefden dénken misschien wel dat ze elkaar zien en horen en voelen, maar in werkelijkheid nemen ze alleen een schim uit het verleden waar. Ze praten met spoken.
Droom en werkelijkheid
Zoiets als een liefdesrelatie is per definitie onmogelijk, stelde de filosoof Nietzsche. Juist omdat we met spookbeelden praten in plaats van met elkaar. Voordat je een relatie aangaat, zei hij, stel je een ideaalbeeld samen op basis van wensen en verlangens, herinneringen, en goede en slechte voorbeelden. Dit beeld van jouw prins op het witte paard projecteer je op iemand die daar in de verte misschien wel iets van weg heeft en op deze projectie word je verliefd.
Maar dan – als de eerste vlinders zijn gevlogen en de was moet gedaan, de boodschappen gehaald en het huis heeft ook een beurt nodig, blijkt dat je partner ook maar gewoon een mens is. Droom en werkelijkheid vallen niet altijd samen en dat, was de zwaarmoedige conclusie van de filosoof (die zelf altijd alleen is gebleven), betekent het einde van de liefde.
Dat klinkt niet erg romantisch, maar onwaar is het niet. Moderne hersenonderzoekers komen tot een vergelijkbare conclusie. Als we verliefd worden, zeggen ze, veranderen onze hersenen zodanig dat ons kritisch vermogen tijdelijk afneemt. Je ziet elkaars fouten minder scherp, je ziet minder gevaar – en dat is ook mooi, want daardoor durf je je voor elkaar open te stellen. Het stemt misschien een beetje treurig dat we elkaar alleen kunnen liefhebben als we elkaar niét zien zoals we werkelijk zijn, maar het oude gezegde ‘liefde maakt blind’ wordt nu wel door onderzoek ondersteund en daardoor komt de wens ‘houd van me zoals ik ben’ in een ander daglicht te staan.
Als je van iemand houdt en je wilt het leven met hem delen, is het eigenlijk maar beter als hij jou nou juist níet neemt zoals je bent en koppig vasthoudt aan het ideaalbeeld. En jij op jouw beurt wilt graag lijken op dat ideaalbeeld. Je laat je van je beste kant zien als hij in de buurt is. Je toont je betere ik, omdat je wilt dat er van je gehouden wordt. Het is een spel dat goed werkt, maar tot op zekere hoogte. Want helaas, er is een valkuil. Je relatie kan verworden tot een soort commedia dell’arte, waarin de acteurs voortdurend maskers dragen. Vroeger of later valt het doek. Kan het ook anders? Het antwoord is: jazeker.
Etiketten plakken
Maskers af. Dat is het eerste advies als je de weg naar elkaar bent kwijtgeraakt. Laat zien wie je bent. Zeg wat je wilt, wat je wensen en behoeften zijn. Met andere woorden, stel je kwetsbaar op. Want zo voelt dat, kwetsbaar, als je niet langer kunt voldoen aan dat ideaalbeeld van je partner. Als je zegt wat je echt denkt en voelt, lacht hij je misschien wel uit.
Of erger, hij neemt afscheid. Zo kun je in elk geval gaan denken als je relatie verzand is geraakt in verwijten en verwachtingen over en weer en de nietzscheaanse ideaalbeelden zijn veranderd in dwingende etiketten. ‘Ik wil dat je weer net zo lief bent als vroeger! ‘Ik wil dat je meer geduld met me hebt.’ Hij zegt ‘wat lijk je toch op je moeder’, of, nog erger, ‘kun je niet wat meer op je moeder lijken?’ Zulke etiketten schieten hun doel voorbij. Het gaat je niet helpen om die ideale relatie van toen terug te krijgen; het zal je eerder meer van elkaar vervreemden.
Het tweede advies: probeer elkaars beweegredenen eens in een positief daglicht te zien. Is je partner veel afwezig vanwege het werk? Je kunt dit labelen als desinteresse, maar ook als een grote inzet voor het gezin. Luistert je partner niet lang genoeg naar je als je even je hart wilt luchten? Misschien zijn die interventies bedoeld om te helpen, meer duidelijkheid te krijgen en niet een manier om het gesprek af te kappen.
Kalme geest
Onze neiging om te oordelen komt voort uit een onrustige geest, zeggen ze in het Tibetaanse boeddhisme. Oordelen staat liefde in de weg. Wie niet oordeelt, heeft lief. Met name beoefenaren van dzogchen geloven dat. Het woord dzogchen betekent ‘grote perfectie’, een aanduiding voor de verlichte Boeddha-natuur die we allemaal in ons hebben en die we beter kunnen herkennen als we onze geest tot rust brengen. Makkelijk is dat niet. Het leven brengt drukte met zich mee, gedoe. De neiging om elkaar te beoordelen ligt daardoor altijd op de loer – zeker als je onder druk staat, bijvoorbeeld door stress op je werk, financiële perikelen of zorgen over de kinderen -dan hebben we de oordelen over elkaar al snel klaar.
Volgens het dzogchen boeddhisme kunnen we deze onrust bestrijden op twee manieren. Het kan langs de praktische weg, bijvoorbeeld door financiële problemen aan te pakken of meer evenwicht te brengen in gezin en werk. Maar het meest effectief en duurzaam is als je leert hoe je je geest tot rust kunt brengen, ruimte kunt scheppen. Mediteren kan daarbij helpen, of het reciteren van mantra’s en andere teksten. Ook op een niet spirituele manier kun je rust in je hoofd brengen, door te sporten, te dansen, of te schilderen. Een rustig hoofd en een kalme geest heeft niet alleen effect op jezelf. Peace of mind helpt je minder te oordelen – over je partner, over jezelf – en leidt tot een liefdevolle omgang met anderen, tot compassie en wat de Dalai Lama liefdevolle vriendelijkheid noemt.
Iemand met een kalme geest plakt geen etiketten, spreekt niet in eisen en verwijten, maar kan rekening houden met behoeften van de partner zonder een oordeel te vellen. Als je erin slaagt om de onrust in je leven te verminderen, dan zul je gemakkelijker niet alleen de goede, maar ook de minder goede kanten van je partner kunnen accepteren. Dan zie je hem als een compleet mens, een mens van vlees en bloed, en niet alleen dat ideaal of droombeeld. ‘Ik houd van je zoals je bent’ betekent dan dat je niet alleen de positieve kanten van je geliefde omarmt, maar ook de negatieve – omdat ze bij hem horen. En is dat niet ware liefde?