Ook als je al jaren wandelt over het spirituele pad kun je af en toe nog lelijk struikelen. Jan Geurtz schreef een plank vol boeken over spiritualiteit en relaties. Maar toen zijn relatie vastliep, merkte hij dat hij nog lang niet uitgeleerd was. In september staat Jan op het Happinez festival.
Als ik je boek lees, denk ik af en toe: wat een ellende leveren relaties op. Is de mens wel gemaakt voor een liefdesrelatie?
‘Ja, de mens is liefde! Dat is de essentie van onze geest. Dat een liefdesrelatie vaak pijnlijk is, komt omdat die voortkomt uit behoeftigheid. Al het lijden – verlatingsangst, jaloezie, zelfafwijzing – wordt veroorzaakt doordat je niet herkent wie je werkelijk bent. En tegelijkertijd is die pijn juist de sleutel om dat te ontdekken.
Dat is het wonder van spiritualiteit: het lijden is de toegang tot volmaaktheid. Pijn is het medicijn. Als je je verzet tegen lijden, creëer je meer lijden. Maar door het lijden te onderzoeken, en er niet voor weg te lopen, zorg je dat het vanzelf oplost.’
Hoe verhoudt een goede relatie met jezelf zich tot een relatie met een ander?
‘Er zijn twee manieren van een goede relatie met jezelf. Je hebt ook ‘een gezond ego’. Iemand die in zijn jeugd niet te veel shit heeft meegemaakt, succesvol is in werk en relaties, kan op ego-niveau een goede relatie hebben met zichzelf. Maar zo iemand kan toch erg in de problemen komen als een liefdesrelatie dreigt stuk te lopen. Dat brengt je namelijk op een dieper niveau bij jezelf.
Iemand die in de spirituele betekenis een goede relatie heeft met zichzelf, heeft geleerd zijn pijnlijke emoties te verdragen en er vriendelijk voor te zijn. Zo iemand kan gemakkelijker een spirituele relatie aangaan, waarin je voor een deel nog je geluk ontleent aan de liefde voor een ander, maar het ook bij jezelf vindt. Als je partner dan een affaire heeft, is er behalve de pijn ook wat ruimte om vriendelijk voor jezelf te zijn.’
Wat gebeurt er met je als je in een liefdescrisis raakt?
‘Als een liefdesrelatie werkt, op ego-niveau, ontwikkel je constant gedachten die geruststellend zijn. Je ziet jezelf weer even met je geliefde, verheugt je op het volgende samenzijn – in gedachten ben je de hele dag verbonden met de ander. Het is een verslaving aan geruststellende gedachtes. Zodra je gaat mediteren, krijg je dat in de gaten. Wanneer er iets gebeurt dat de geruststelling onderuit haalt – je geliefde heeft interesse in een collega op het werk, of wil lange tijd alleen op vakantie – dan zul je nog steeds honderden keren per dag die gedachten krijgen, maar dan word je er juist ongerust van.
Je wilt die dingen niet denken, gaat in verzet, maar daardoor ga je ze juist nog vaker denken. Tot je niet meer kunt ophouden met denken, en dan zit je in een crisis. Zodra je daarmee aan de slag gaat, en gaat oefenen in liefdevol gewaar-zijn, leer je te doorzien dat het je denksysteem is dat je ellende oplevert. Dan leer je de crisis te benutten voor spirituele groei.’