Diep verdriet na een verlies is normaal, je hoeft er niet meteen voor naar een therapeut, en rouwbegeleiding is geen therapie. Toch is rouwen niet makkelijk, en inzicht helpt. Om jezelf beter te begrijpen, anderen bij te staan en te weten wat je moet zeggen tegen iemand in rouw.
“Er is een hardnekkig beeld dat verlies verwerken zóiets is,” zegt coach Stéphanie Beijnes op een avond over rouwrituelen, en ze tekent een plaatje op de flipover van een lijn die in de diepte valt en gelijkmatig weer naar boven loopt. “Na een jaar vragen mensen dan: heb je het al een plekje gegeven? Maar zo is rouw niet. Het is eerder zoiets.” En dan tekent ze een serie golven, grote en kleine, die langzaam maar grillig en onregelmatig iets kleiner worden. “Sommige golven zie je aankomen, zoals feestdagen, maar andere niet – een liedje op de radio, een opmerking – en die pakken je van achteren beet.”
Zelf verloor ze haar moeder op zestienjarige leeftijd. Ze had een gevoel alsof ze ineens in China was neergezet, vertelt ze. “Ik begreep niets meer van het leven en de mensen, er was een grote afstand, alsof er iets mis was met mij.” Het duurde lang voordat ze besefte dat alles wat ze voelde een normale reactie was op zo’n groot verlies. Neem extreme gevoeligheid: “Dat het net is of al je knoppen ineens op keihard staan,” zegt ze, in positieve, maar ook in negatieve zin. Je voelt bijvoorbeeld heel diep hoe bijzonder een band is met een vriendin, maar een oppervlakkig praatje kun je totaal niet meer verdragen. En dan het blote feit dat ook boosheid erbij hoort, schuldgevoelens, eenzaamheid, een heel scala aan emoties.
Tegenstrijdige gevoelens
En er is zoveel verlies dat ons allemaal vroeg of laat treft in het leven. Verlies van geliefden door de dood, maar ook door scheiding. Verlies van gezondheid, van werk, van vaderland, verlies van illusies, van toekomstdromen. Niet voor niets zijn er tegenwoordig rouwcoaches en verliesbegeleiders. En ja, je kunt erin vastlopen. Dat heet ‘gestolde rouw’ of ‘complexe rouw’ en om eruit te raken heb je hulp nodig.
Soms wordt rouw gezien en behandeld als een depressie en krijgen rouwende mensen antidepressiva voorgeschreven. Maar depressie is eerder een verdoofd gevoel, een niet-voelen. Bij rouw voel je juist heel veel: tegenstrijdige gevoelens, verwarrende gevoelens. En vooral diepe, diepe pijn. Rouwen is hard werk, en deskundigen hebben het dan ook over rouw-taken en rouw-arbeid. Rouwarbeid is de pijn van je verlies toelaten, huilen en nog eens huilen, in het verdriet durven gaan, herinneringen ophalen, praten over wat je verloren bent. Maar het is óók: je richten op herstel door de pijn te doseren, afleiding te zoeken, een nieuwe toekomst te creëren en oplossingen te bedenken. Er is zelfs een wetenschappelijk model voor, het ‘duale procesmodel’ met aan de ene kant verlies en aan de andere kant herstel. Idealiter beweeg je tussen die twee heen en weer. Mannen zijn, generaliserend gezegd, meer geneigd naar die herstel-kant te gaan, terwijl vrouwen meer geneigd zijn om aan de verlies-kant te blijven zitten. Dat kan in een relatie extra problemen geven, omdat je elkaar niet begrijpt. Voor de treurende partner is het net of de ander niets voelt. En voor de oplossing-zoekende partner is het net of de ander willoos in de put blijft zitten. Maar het is natuurlijk allebei nodig.
De intuïtieve en de instrumentele stijl
De Vlaamse rouwdeskundige Manu Keirse heeft het in zijn boek Helpen bij verlies en verdriet over twee verschillende stijlen, de intuïtieve en de instrumentele stijl. Bij de intuïtieve stijl kun je shock ervaren, machteloosheid, ongeloof, overweldigend verdriet en verlies van zelfcontrole. Je uit je gevoelens en zoekt steun bij lotgenoten. De instrumentele stijl richt zich meer op denken dan op voelen, meer op beheersing van emoties dan op delen en praten over het verlies. Er is vaak rusteloosheid, een grote behoefte aan nuttige acties. Volgens Keirse is het probleem vooral dat deze instrumentele stijl vaak niet als rouw wordt herkend. ‘Beide rouwstijlen zijn even effectief en hebben complementaire voordelen en nadelen,’ schrijft hij. ‘Het is niet aan anderen om te bepalen hoe iemand zich mag en moet voelen.’
Wat kun je wél doen of zeggen tegen iemand die rouwt?
1. Bied praktische hulp aan: boodschappen doen, eten koken etc.
2. Vraag niet: ‘Hoe gaat het?’ maar wel ‘Hoe voel je je vandaag?’ of ‘Wil je erover praten?’
3. Blijf praten over het verlies, over de persoon die gestorven is.
4. Breng verhalen mee over de persoon.
5. Blijf luisteren, maar dwing niet om te praten.
6. Stel vragen: wat voor iemand was het, wat herinnert de rouwende zich het best?
7. Dring niets op, word niet boos als je voorstellen worden afgewezen.
8. Blijf rustig bij uitbarstingen van woede.
9. Breng begrip op als rouwende mensen onverwacht afspraken afzeggen.
Meer lezen over rouw?
Waarom je je niet kunt voorbereiden op rouw.