Susan Marletta Hart schreef de bestseller ‘Leven met hooggevoeligheid, van opgave naar gave’, waarin ze deze bijzonder sensitieve mensen een hart onder de riem steekt. Lisette Thooft vroeg haar om een aantal adviezen.
Wat zijn de nadelen van hooggevoeligheid?
‘Door ons schoolsysteem worden kinderen heel cognitief opgevoed; gebruik maken van je emotionele kwaliteiten is er veel minder bij. Daarom zijn kinderen vaak al op jonge leeftijd chronisch overprikkeld. Als ook de ouders niet begrijpen dat een hooggevoelig kind anders in elkaar zit dan de anderen, lijdt het. Het zijn vaak heel gewillige en brave kinderen, lieve kinderen, maar dat wil niet zeggen dat ze van binnen niet lijden – juist omdat ze zich zo aanpassen aan wat verwacht wordt, terwijl dat tegen de eigen natuur ingaat.
Hooggevoeligen zijn veel stressgevoeliger en raken sneller burn-out dan anderen. Als ze proberen mee te komen in het jachtige tempo van onze maatschappij worden ze vaak ziek. Ontstekingen bijvoorbeeld zijn een typische reactie van chronisch overprikkeld zijn; je immuunsysteem verzwakt erdoor.’
En wat zijn de voordelen van hoogsensitiviteit?
‘Van oudsher zijn hooggevoeligen de pioniers, de waarzeggers, de geestelijken, adviseurs, sterrenkijkers. Ze hadden altijd de rol om de groep of de clan of gemeenschap te waarschuwen voor gevaren. Ook in deze tijd zijn zij het die ons erop wijzen dat we doordraven en dat het nuttig is om stil te staan, terug te keren naar de rust, naar spiritualiteit en de natuur. Een mens is geen machine, we zijn een ingenieus levend organisme dat in relatie staat met de omgeving.
Eigenlijk zijn er alleen maar voordelen aan hooggevoeligheid, alleen moeten de omstandigheden en de omgeving er wel op afgestemd zijn. Dat is in onze snelle gehaaste maatschappij compleet uit balans. Maar in feite is het een prachtige eigenschap. Als je een mens terugplaatst in zijn natuurlijke habitat, is het handig om te kunnen ruiken welke bloemen giftig zijn, om te kunnen zien welke knollen gezond zijn, om aan te voelen in welke bossen een beer rondstruint. Die waakzaamheid is een gave. Maar als je permanent gestrest of chronisch overprikkeld wordt, is het een last.
Hooggevoeligen kunnen onwijs genieten van heel kleine dingen, van contact, van aanraken. Ze houden van schoonheid en kunst en zijn vaak ook begaafd op dat gebied. Veel beroemde onderzoekers en kunstenaars zijn hooggevoelig. Het is ook een prachtig instrument om in te zetten als je werkt in de zorg, in contact met anderen: je kunt aanvoelen wat een ander nodig heeft. Hooggevoeligen hebben veel meer spiegelneuronen – dat is bewezen – die je helpen in te voelen wat een ander mens denkt en voelt.’
Wat moet je vooral niet doen als hooggevoelige?
‘Hollen! Doorrennen in het tempo van de maatschappij. Ook moet je vooral je normen niet aanpassen aan de meerderheid. Hooggevoeligen zijn vaak zeer ambitieus en perfectionistisch en dan leg je zelf de norm al hoog. En als je struikelt, burn-out raakt, zou ik willen zeggen: luister niet per definitie naar bedrijfsartsen die jou zo snel mogelijk uit je burn-out in het arbeidsproces terug willen krijgen, maar luister naar je eigen lichaam. In je eentje is het moeilijk, dus zoek andere mensen die je begrijpen, zoek lotgenoten.’
En wat moet je wel doen?
‘Je moet echt je eigen weg zoeken, pionieren, zelf keuzes maken, je eigen grenzen aangeven. Dat is een van de lastigste dingen, vooral voor perfectionisten. Vooral gaan slapen als je zin hebt om te slapen. Luieren! Contempleren, mediteren, dagdromen – niet alleen voor het plezier, het is echt functioneel. Ook wandelen in de vrije natuur doet heel veel goed.
Partners van hooggevoelige mensen moeten zich ook realiseren dat hun man of vrouw echt anders is, dat ze hem of haar niet moeten opjagen en dat af en toe rust en stilte belangrijk voor ze is. Dat ze zelf moeten aangeven wanneer ze weer kunnen terugkomen in het drukke gezin. De omgeving moet snappen dat het af en toe echt anders werkt bij deze mensen.’