Een paar jaar geleden schreef ik een artikel over duurzame kleding. Vooral: hoe ingewikkeld dat is. Wat is ‘goed’ in de kledingindustrie? Hoe eco zijn de eco-labels eigenlijk, of de conscious lijnen van de Zweedse ketens? Is niet-een-nieuwe-jas-kopen niet sowieso beter dan wel-eentje-kopen, ongeacht van welk merk? Is milieu belangrijker dan sociale of maatschappelijke omstandigheden, of niet?
In mijn artikel ging ik ook in op kinderkleding. Als je vier kinderen hebt, is het haast onmogelijk om het goed te doen. Na het derde gymbroekje dat in één schooljaar is kwijtgeraakt, haal ik de volgende in een drie-voor-de-prijs-van-één-deal van een synthetisch materiaal. Ik heb uitgerekend hoeveel mutsen en handschoenen we alleen al deze winter zijn verloren – of de kinderen dus – als ik die allemaal bij de Zaailing had moeten bestellen van eco-wol had ik daarvoor een tweede hypotheek op ons huis moeten afsluiten. Om maar iets te noemen.
Nieuwe uitdaging
Maar ook voor mezelf was het ingewikkeld. Oké, ik las wel in de krant dat de kledingindustrie ‘na olie de meest vervuilende industrie ter wereld’ is en dat fabrieken in Bangladesh instortten, maar ik deed er niet zoveel mee, behalve me schuldig voelen bij iedere aankoop. Mijn smoes was jarenlang was dat ik het te druk had om te winkelen, dus dat ik in ieder geval niet heel veel kleren kocht.
Afgelopen jaar veranderde er iets. Het begon vlakbij de straat waar ik woon. Op een goede morgen ging ik de winkels in de buurt verkennen. Ik kwam terecht in een chique tweedehands winkel die prachtige wollen truien verkocht van mijn lievelingsmerken die ik normaal eigenlijk niet kan betalen. Ik was enorm blij met deze vondst en kocht een trui zonder schuldgevoel. En zo begon mijn goede goede-kleren-voornemen ergens halverwege 2017.
Dit zijn de 3 sleutels tot duurzaam shoppen (zonder zorgen)
1. Tweedehands mag en heeft altijd de voorkeur boven nieuw. En ik ben erg slecht in tweedehands ‘pareltjes’ vinden in bergen muffig goed in markthallen voor een prikkie, dus dat probeer ik niet eens meer, maar deze winkel vlakbij mijn huis is een uitkomst. Ik denk dat ik precies dezelfde smaak heb als de eigenaresse, die de ooit heel dure truien en broeken en jassen inkoopt van de chique dames uit de grote huizen langs het meer. Op marktplaats struinen naar designer laarsjes voor een goede prijs of skibroeken voor de kinderen vind ik trouwens ook leuk en zelfs een rustgevende bezigheid.
2. De tweede regel is: het mag ook van merken die op allerlei fronten aan het milieu en de wereld denken. Deze regel leek altijd moeilijk, maar blijkt in de praktijk ook leuk. Ik denk dat de tijdsgeest wel meewerkt met mijn voornemen trouwens want je hebt tegenwoordig mooie, goede, fijne en betaalbare eco-en-maatschappelijk-bewuste-merken. Het bijkomende voordeel van regel twee is dat de keuze soms beperkt is. Volgens mij worden mensen diepongelukkig van de keuze uit 700 verschillende spijkerbroeken, ik in ieder geval wel, en de mogelijkheden terugbrengen naar twee spijkerbroeken, maakt het hele leven direct overzichtelijk.
3. Soms geen nieuwe kleren kopen. Want eigenlijk, stiekem, sorry ongezellig einde van dit stukje, denk ik dat de beste oplossing is. De enige. De onrust van binnen oplossen met iets anders dan een nieuwe trui. Aan deze regel werk ik nog.
Wat kun je in het dagelijks leven allemaal doen om de aarde minder te vervuilen? Pauline Bijster probeert het, en schrijft over deze duurzamheids dilemma’s.