Als journalist kom je een hoop narigheid tegen. Maar tussen alle ellende stuiten Karin Sitalsing en Franka Hummels ook regelmatig op verhalen die hen hoop geven. Verhalen die laten zien dat het ook anders kan. En als zij daar blij van worden, geldt dat vast ook voor andere mensen, dachten ze.
Dus doken ze in die positieve verhalen, en bundelden ze in een boek: ‘En dan nu het goede nieuws.’ Het boek gaat over Sander, een langoustinevisser die elke week gaat afvalvissen en zo de zee schoonmaakt – gewoon, omdat hij dat vanzelfsprekend vindt. Over een groep vrouwen in een Fries dorp die zorgden dat er een Syrisch gezin in hun dorpshuis kon komen wonen. Over Mustafa, die ‘Omalief’ bedacht: in Leiden gaan Marokkaans-Nederlandse en Turks-Nederlandse jongeren op bezoek bij ouderen, en gaan zo niet alleen eenzaamheid tegen, maar ook intolerantie.
Niet wegkijken
Het zijn allemaal verhalen over gewone mensen, uit het midden van de maatschappij. ‘Allemaal hadden ze kunnen zeggen: vervelend, maar niet mijn probleem,’ zegt Karin. ‘Ze hadden kunnen wegkijken, maar allemaal kozen ze ervoor om dat niet te doen.’ Ze laten zien dat het niet zo moeilijk hoeft te zijn om iets te betekenen voor een ander. Als je de kans maar ziet, én ‘m grijpt. ‘Heel veel mensen hebben wel een goed idee om de wereld een beetje te mooier te maken, ik ook. Maar vaak blijft het bij een idee. Bij deze mensen niet.’
Barmhartige Samaritanen
Er is een verhaal dat net wat dichter bij Karin staat dan de andere, en dat gaat over de ouders van Pim. Hij was een goede vriend van Karin, die op zijn negentiende onder een vrachtwagen kwam. Hoe verdrietig zijn ouders ook waren, twee dagen na het ongeluk nodigden ze de chauffeur van de vrachtwagen bij hen thuis uit, en ze hielden jarenlang goed contact met hem en zijn vrouw. ‘Eigenlijk was hij net zo goed slachtoffer,’ zegt Pims vader Piet in het boek. Het is een verhaal om stil van te worden. ‘De hoofdpersonen uit ons boek zijn heus niet allemaal barmhartige Samaritanen, maar bij Pims ouders kun je er niet omheen,’ zegt Karin.
Even een paar sokken halen
De twaalf verhalen werken aanstekelijk, of je nu wilt of niet. Dat effect hadden ze ook op Karin en Franka zelf. Sinds ze het boek schreven, ziet Karin bijvoorbeeld overal zwerfafval, wat ze dan even moet opruimen. ‘Die rommel lag er natuurlijk altijd al, maar nu kan ik het niet meer níet zien.’ En zo zijn er meer dingen waar ze nu net wat meer oog voor heeft. Laatst was er een oproep van de daklozenopvang, die om sokken vroeg. ‘Normaal gesproken had ik dat op een to-do-list gezet: o ja, nog even doen. Nu fietste ik meteen even naar de Scapino voor vijf paar sokken en bracht ik ze langs.’
Het beslissende duwtje
Het dertiende hoofdstuk van het boek gaat over de lezer. Want Karin en Franka konden het niet laten om toch wat tips op een rijtje te zetten, voor als je zelf ‘iets goeds’ wilt doen. Ze haasten zich erbij te zeggen dat zij ook heus niet de wijsheid niet in pacht hebben, en dat ze zelf niet plotseling grote wereldverbeteraars zijn geworden. Maar toch, ze zouden het mooi vinden als ze iemand met hun boek nét dat beslissende duwtje kunnen geven. ‘Als iemand net wat vaker naar z’n oma gaat, of een keer een pan soep naar daklozen brengt, dan ben ik blij.’
Franka Hummels en Karin Sitalsing, En dan nu het goede nieuws – Journalistieke verhalen die je dag beter maken. Uitgeverij Atlas Contact (2018).
Beeld: fotografie en styling door Pia Jane Bijkerk