Hoofd in de wolken, voeten op de aarde of iets daartussenin? Susan Smit toetst het bij predikantenzoon Jan Terlouw. Hij voelt een vurige liefde voor de wet en de natuur. ‘Ik heb ontzag voor het mysterie’.
Jan Terlouw heeft als natuurkundige, jeugdboekenschrijver en politicus een werkend leven in steden gehad, in Boston, Stockholm, Parijs, Den Haag, maar hij voelde zich altijd ten diepste de Veluwse dorpsjongen die hij ooit was. ‘Mijn hart riep me op om naar het buitenleven terug te keren,’ zegt hij terwijl hij genoeglijk om zich heen kijkt, ‘daar hoor ik.’
Je werd geboren in Kamperveen als zoon van een gereformeerde bondspredikant. Wat was daarvan de invloed op je jeugd?
‘Die was groot. Ten eerste ben ik zeer christelijk opgevoed en als klein kind geloof je dat allemaal. Ten tweede woonde ik als predikantenzoon in een glazen huis. Je moet iets meer oppassen dan andere kinderen, want er wordt op je gelet. Nu bezat mijn vader een grote geest, want met mijn twijfel, die al vrij vroeg ontstond, heeft hij nooit problemen gehad. Ik vroeg hem vaak hoe dat nou kon, een liefdevolle en almachtige god die allerlei naars liet gebeuren.
Dan zei hij niet: ‘Foei toch, op je knieën en bidden.’ Dan zei hij: ‘Begrijp ik toch ook niet.’ Als ik op zondag op de meren wilde schaatsen dan verbood hij dat niet, maar zei hij: ‘Ach jongens, ik begrijp het, maar ik moet het de hele week uitleggen aan de gemeente, dus je doet me een plezier als je het niet doet.’ Nou, dan heb je er veel minder moeite mee om ervan af te zien dan wanneer het je op een oneigenlijk argument wordt geweigerd.’
Weet je nog wanneer de twijfel toesloeg?
‘Ik denk dat ik rond mijn tiende vragen begon te stellen bij bijvoorbeeld Hemelvaart. Opstaan uit de dood, hoe werkt zoiets? Dat durfde ik bijna niet te denken. Ik weet nog dat we bij onkerkelijke vrienden van mijn vader op bezoek waren en dat er een boek op tafel lag waarin de goddelijkheid van Jezus werd betwist. Ik pakte dat op en slaakte een zucht van verlichting.
Er bleken nog meer mensen te zijn met de twijfels die in mij leefden. Er was ook de kwestie van de predestinatie. God beslist wie verloren gaat, maar als het gebeurt is het toch je eigen schuld. Dat vond ik zo ongerijmd. Ik dacht: ik zal het later wel gaan begrijpen. Maar ik ben alleen maar gaan begrijpen dat het nonsens is.’
Het leven leven. Dat heb je ook gedaan met je echtgenote, nietwaar?
‘Het is nu drie maanden geleden dat ze onverwachts stierf. Van haar heb ik geleerd dat liefhebben het hoogste goed is in het leven. Zij was zo’n liefdevol mens. Ik zag dat ze daarmee niet alleen veel mensen gelukkig maakte, maar ook zichzelf. Velen komen tot die conclusie. W. Somerset Maugham vroeg zich in zijn boek ‘The summing up’ af wat de moeite waard was en zijn antwoord was: loving kindness.
Alle andere dingen verpulveren. Mijn vrouw was ontzettend geliefd bij haar kinderen en kleinkinderen, we zijn allemaal diep in de rouw. We waren meer dan zestig jaar getrouwd. Ik ben lang niet in staat tot zo veel liefde als zij, maar ik heb gezien hoe waardevol dat is.’
Kan liefde de dood overleven?
‘Op een bepaalde manier is die liefde er nog. Het gaat niet weg in mijn herinnering en mijn hart. Alles is er nog, alleen zij komt niet terug. Wat er gebeurt als je dood bent, dat weten we niet. Ik ben een tevreden agnost.’
Meer lezen?
Het hele interview is te lezen in het nummer ‘I am me’