Tien jaar geleden vertrok schrijver Geert Kimpen voor Happinez naar de jungle van Ecuador. Twaalf dagen lang leefde hij in de voetsporen van zijn gids, de Belgische indiaan Lucas Helderweirt, die met hem de tien belangrijkste lessen van leven in de jungle deelt.
De dagen in het ondoordringbare groen brachten Geert veel kennis. Over de natuur en haar schoonheid, maar vooral over de verschillen tussen de wereld waar hij vandaan kwam en de wereld waarin hij was beland.
Dit zijn de tien lessen die indiaan Lucas leerde van zijn leven in de jungle van Ecuador:
1.‘Ik maak me nooit zorgen over morgen. Ik weet toch niet wat er morgen is? Jij leeft in een illusie. Jij plant en kijkt vooruit en geniet daardoor nooit van het moment. Wij geven alleen aandacht aan wat er nu is. Als ik tegen mijn vrouw zeg dat we morgen ontbijt nodig hebben, snapt ze dat niet. Wat is morgen? vraagt ze dan.’
2.‘Ik houd van schoonheid en kijk eens hoe verwend ik ben; ik ben omringd door schoonheid. Hier mag je alles willen, want uiteindelijk krijg je alles.’
3.‘Hier zijn mensen alleen fysiek moe. Wij kennen geen mentale inspanning. Stress sloopt je. Je hebt hier veel minder slaap nodig omdat alleen je lichaam moet verkwikken.’
4. ‘Als je hier genoeg hebt, is het goed. En als er niet genoeg is, dan gaan we wat doen. ’s Ochtends vragen wij ons af; gaan we er tegenaan of gaan we feestvieren? Als we genoeg te eten hebben, gaan we feestvieren.’
5.‘Hier doen we alles samen. We praten samen, eten samen. Wij hebben geen deuren. Waarvoor zouden we die nodig hebben? Om open en dicht te doen?’
6.‘Wie zich niet nuttig maakt in deze samenleving en niet het beste van zichzelf aan de stam geeft, wordt uitgesloten.’
7.‘De ‘andere wereld’ is net zo werkelijk als deze. Net als dromen, die zijn voor mij net zo reëel als wat jij de werkelijkheid noemt.’
8.‘Westerse mensen worden van drie dingen chagrijnig in de jungle. Als ze niet goed kunnen slapen, niet goed kunnen eten, en zich niet goed kunnen wassen. Daarom probeer ik voor mijn westerse gasten altijd voor deze drie basisbehoeftes te zorgen.’
9.‘Hoe maak je een god, als niets boven alles staat? Alles hoort bij elkaar. Er is geen god. Alles is één. Er is niets wat geen geest heeft, dus hoe zou god kunnen bestaan?’
10. ‘Wij beoordelen mensen op hun energie. Als ze een goede energie hebben, sluiten we ze in ons hart. Mensen met slechte energie negeren we. Energie is alles wat er is.’