Miljoenen mensen wereldwijd hebben het boek in kast staan. Veel fans dwepen ermee. Sommige lezers smijten het na een paar bladzijden in een hoek. Heel wat mensen worstelen ermee. Want ‘Een cursus in wonderen’ is moeilijk, is tegendraads, is radicaal – maar het werkt wel.
Laatst had ik een vegan cake gebakken die erg lekker bleek te zijn. Ik zei tegen mijn man: ‘Als er mensen komen eten, maak ik ‘m als toetje, met drank erin.’
Hij riep: ‘Je wordt echt een drankorgel, de laatste tijd!’
Vorig jaar om deze tijd zou ik door zijn opmerking tegen het plafond gevlogen zijn. Ik had me aangevallen gevoeld en ik zou een tegenaanval hebben ingezet. Nu deed het me niets. Ik glimlachte. ‘Ja, dat is waar hè. Maar de alcohol vervliegt, hoor.’ Hij had wel een punt, vond ik. Nou ja, een piepklein puntje. Maar dat was geen punt.
Het werkt dus wel
Het overkomt me vaker tegenwoordig: iemand heeft kritiek, zegt iets betweterigs of probeert me een schuldgevoel te bezorgen, en het lukt gewoon niet – ik blijf van binnen kalm. Dat komt vast doordat ik me de afgelopen maanden verdiept heb in ‘Een cursus in wonderen’.
Ik doe het niet eens zoals het hoort. Ik heb een Engelse versie, omdat ik dat gedragen Shakespeariaanse Engels mooier vind dan de Nederlandse vertaling (maar in je eigen taal komt het sterker binnen, zeggen ze). Ik doe de oefeningen in het Werkboek niet zoals me opgedragen werd (één les per dag en die op gezette tijden voor jezelf herhalen); ik heb gewoon doorgelezen. Ik ben het zelfs niet helemaal eens met de theorie achter de Cursus (dat is volgens Cursus-experts mijn ego dat opspeelt). Maar het werkt dus wel.
Bij mij was het les 75 die onverhoeds naar binnen knalde en me tot tranen ontroerde: ‘Het licht is gekomen. Ik heb de wereld vergeven.’ Als ik eraan denk, krijg ik weer een brok in mijn keel. Stel je toch eens voor dat je zó naar de wereld zou kunnen kijken: als een oord doorschenen door het gouden licht van vergiffenis, waar alleen maar onvoorwaardelijke liefde heerst, wat er ook gebeurt.
Nou, dat kan dus, volgens de Cursus. Want de wereld is een droom, en zolang we er ongeluk en ellende in projecteren, is het een nachtmerrie, maar het kan een gelukkige droom worden. Als je maar vergeeft: anderen, en door die anderen ook jezelf.
Tegenstribbelend opgeschreven
‘Voor sommige mensen is deze cursus geschikt om hun innerlijke leraar te vinden,’ zo bescheiden staat het in Een cursus in wonderen zelf. Maar het is ook wat bijna iedereen zegt die de Cursus serieus bestudeert: vroeg of laat komt iets wat je erin leest zó diep binnen dat je voelt: dit is iets, hier wil ik iets mee, dit hoort bij mij, dit is mijn pad, of tenminste een deel van mijn pad – of hoe je het ook benoemt.
Sommige mensen pakken het boek op, slaan het open en zijn direct diep geraakt. Anderen kopen het, zetten het in de kast en vergeten het tot ze er jaren later ineens hun hand naar uitstrekken en beseffen: dit is precies wat ik nú nodig heb. Zelf heb ik er jarenlang met een grote boog omheen gelopen, want het is een gechannelde tekst en daar ben ik niet zo van.
‘Maak aantekeningen, alsjeblieft’
Dit is in het kort het verhaal achter de Cursus: de Amerikaanse psychologe Helen Schucman (1909-1981) werkte op het Columbia Presbyterian Medical Center in New York. Er waren veel spanningen en conflicten op haar afdeling en haar manager William Thetford verzuchtte op een dag: ‘Er moet toch een andere manier zijn om met elkaar om te gaan.’
‘Ik ga je helpen die te vinden,’ zei Helen. Vanaf dat moment kreeg ze spirituele dromen en visioenen waarin steeds vaker de figuur van Jezus voorkwam. Op een dag begon hij te dicteren: ‘Dit is een cursus in wonderen. Maak aantekeningen, alsjeblieft.’
In paniek belde ze Thetford en die zei: ‘Waarom doe je niet gewoon wat de stem zegt?’
Ze deed het, maar onder protest. Zo klaagde ze eens tegen Jezus: ‘Waarom koos je geen lieve, heilige non uit? Ik ben wel de laatste ter wereld die dit zou moeten doen.’
Waarop Jezus antwoordde: ‘Ik weet niet waarom je dit zegt, want jij doet het, per slot van rekening.’
Helen Schucman hield tot het einde van haar leven ambivalente gevoelens over de tekst. In de buitenwereld bleef zij zich presenteren als kritische en atheïstische wetenschapper. En een beroemde uitspraak van haar over de Cursus is: ‘Ik weet dat het waar is, maar ik geloof het toch niet.’
Maar intussen had ze wel drie lijvige boeken geschreven, samen Een cursus in wonderen: een Tekstboek met de achterliggende theorie, een Werkboek met praktische oefeningen, en een Handboek voor leraren. In 1976 werden er 300 exemplaren gedrukt. Inmiddels zijn er meer dan drie miljoen exemplaren verkocht, in 24 talen.
Meer lezen?
In Happinez ‘Stil in mij’ lees je meer over ‘Een cursus in wonderen’, en hoe het werkt. Het nieuwe nummer ligt nu in de winkel en is ook te bestellen in de webshop.