Bach en Boeddha hebben misschien meer gemeen dan je zou denken: de Matthäus Passion zit vol magie en symboliek.
Alexander Plooij is een musicus die zich na enige omwegen heeft gespecialiseerd in werving en selectie, waarbij hij gebruik maakt van een wel heel bijzonder talent. Hij kan aan de stem horen hoe mensen in elkaar steken en coacht ze vervolgens om aan de hand van ayurvedische inzichten hun grondtoon te vinden, hun keynote, hun strikt persoonlijke vibratie. Waarom? “Omdat elk mens unieke kwaliteiten heeft,” zegt hij, “die pas tot recht komen als je in je leven zo dicht mogelijk bij die grondtoon blijft. Dat is jouw basisenergie, jouw strikt persoonlijke klank, jouw unieke bijdrage aan het geheel.”
Verder dan emotie
Dat klinkt spiritueel, en dat is het ook. Alexander vertelt dat hij zich nog steeds door de muziek laat inspireren, omdat die hem keer op keer naar mystieke hoogtepunten voert. “Iedereen denkt dat muziek alleen maar om emoties draait,” zegt hij, “maar het strekt veel verder. Muzieknoten heten niet bij toeval d of c of g. Hun klanken hebben dezelfde gevoelswaarde en betekenis als de grondgetallen die in de Kabbalah aan de letters van het alfabet zijn gekoppeld. Van alle componisten heeft Bach dat het beste begrepen. Zijn Matthäus Passion is zo oneindig veel meer dan een ontroerende compositie. Het is de perfecte verklanking van het lijdensverhaal van Christus. Niet alleen van de afzonderlijke gebeurtenissen en de bijbehorende emoties, maar ook van hun mystieke boodschap en betekenis. Bach heeft de hele Matthäus op die manier woord voor woord mystiek versleuteld. De partituur is één brok symboliek.”
Getals- en gevoelswaarde
Afgezien van een aantal verhalen uit de Griekse mythologie is het lijdensverhaal van Jezus het meest dramatische uit onze wereldliteratuur. Bach baseerde zijn passie grotendeels op de tekst van de apostel Mattheus, die geëmotioneerd verslag doet van het laatste avondmaal, het verraad van Judas en de verloochening van Petrus, de gevangenneming van Christus, zijn veroordeling, kruistocht en dood op de dag die wij nu Goede Vrijdag noemen. Twee dagen later rollen Maria, Anna en Maria Magdalena de steen voor het graf weg, zij willen hem gaan wassen, maar zij vinden hem daar niet. “En daar draait het natuurlijk om,” zegt Alexander. “Om de verrijzenis. De uiteindelijke conclusie van dit evangelie is dat na het lijden de verlossing volgt, na de dood de Opstanding. Dat is de kern van het christelijk geloof.”
‘Augenmuzik’
Alexander legt uit hoe de verhaallijn in de passie wordt verklankt in het recitatief van de evangelist, een tenor. De overige hoofdrollen, onder wie Jesus zelf, worden vertolkt door een bas, een alt en een sopraan. Het volk is het koor. Onder dat alles voortdurend de klank van het basso continue (meestal een orgel), dat de grondtoon aangeeft en het verhaal verder stuwt.
Alexander: “De kabbalistische versleuteling van getalswaarde (betekenis) en klank (gevoelswaarde) is vrijwel totaal. Bach strooit heilige getallen uit alsof het snoepjes zijn. Wanneer er in de tekst gesproken wordt van het Lam Gods schrijft hij het notenbeeld van 9 op, het getal van de volmaakte onschuld. Gaat het over de Kerk (met hoofdletter), dan creëert hij een 12, het getal van de apostelen, van de kerk als gemeenschap, maar ook van het aantal koraalzettingen in de Matthäus, namelijk 12. De drie-eenheid is natuurlijk een 3 en God zelf een 1. Het lijkt wel Spielerei, maar dat kán het niet zijn. Want als het inhoudelijk niet klopt dan werkt het niet, dan slaat de klank de plank mis.”
Zweetdruppels en tranen
Ook visueel staat de partituur vol verwijzingen. ‘Augenmusik’ heet dat in vaktermen, alleen zichtbaar voor de kenners van het notenschrift. Vallende noten in het staccato, overal waar het over tranen gaat, of over zweetdruppels die vallen. Visuele kruisen tussen noten onderling, daar waar het aan de orde is. Het is van een bijna beangstigend perfectionisme.
Verborgen handtekening
Elders in de partituur, in de eerste regel van Vor deinem Tron tret ich hier mit, duikt de naam Bach op, want de getalswaarde van die regel is 14, dezelfde als van B-A-C-H. De verborgen handtekening van de meest geniale componist aller tijden? Spelletje? “Dát wel,” meent Alexander. “Maar dat geldt natuurlijk niet voor de Matthäus als geheel. Er wordt me weleens gevraagd hoe het mogelijk was dat Bach, die protestants was, zo occult kon denken. Hoe kwam hij aan zijn kennis van de Kabbalah, waar haalde hij de boeken vandaan? Ik weet het niet. Zelf vermoed ik dat hij vooral intuïtief te werk ging, al kan ik dat nooit hard maken. Maar zijn spiritualiteit draagt alle kenmerken van een grote Meester, zoals Boeddha. Hij was geen man die zich druk maakte om de verschillen in religies, omdat hij de verdeeldheid ontstegen was. Zijn mystiek is zo natuurlijk… Alsof hij een rechte lijn had naar de bron.”
Meer Happinez?
- Susan Smit over vrouwelijke buikkracht
- Dromen: doorgrond de symboliek
- Contact maken met gidsen en overledenen