Waarom zijn we hier? Waar komen we vandaan? Waar gaan we naartoe? Wat is míjn rol en betekenis? Het zijn universele, diep menselijke vragen. De Aborigines vinden het antwoord daarop in Tjukurpa, de ‘droomtijd’. Een navigatiesysteem, geboortebewijs, familiegeschiedenis, paspoort, bijbel en survivalhandboek in één.
In den beginne was er niets. De aarde was leeg en vormloos. Toen kropen mythische wezens tevoorschijn die door de wereld begonnen te lopen. De krokodilman. Het slangenwezen. De kangoeroevoorouder en alle anderen. Terwijl ze liepen, zongen ze. Over vogels, landdieren, vissen, bomen en planten en alles waarover ze zongen, wás er op dat moment. De mythische wezens aten en sliepen en hadden elkaar lief en soms vochten ze, en overal waar ze kwamen lieten ze sporen na in het landschap: markante rotsen waar ze hadden uitgerust, waterpoelen waar ze hadden gedronken, barsten in een rots waar ze hadden gevochten. Toen ze moe waren, kropen ze terug in de aarde en gingen slapen.
Tjukurpa: de droomtijd
Dat is de ‘Droomtijd’ van de Aborigines zoals die door buitenstaanders meestal wordt gezien: de mythische tijd waarin de wereld geschapen werd. Maar hoewel dat er ook deel van uitmaakt, is het maar een klein stukje van het verhaal. ‘Droomtijd’ is eigenlijk een ongelukkige benaming, want het klinkt als een afgesloten tijdperk, wat het niet is. In de levensvisie van de oorspronkelijke inwoners van Australië is die ‘droomtijd’ steeds aanwezig en sterker nog: toegankelijk, want door bijvoorbeeld het lied van je voorouder opnieuw te zingen, heb je er rechtstreeks contact mee. Het is niet iets wat je droomt of fantaseert, het is juist heel realistisch. Aborigines zelf gebruiken veel verschillende benamingen voor deze spirituele wereld, en als je het per se zou willen vertalen, kun je waarschijnlijk beter ‘dreaming’ of ‘droming’ gebruiken. Of de Aboriginal benaming: Tjukurpa. Het is het eeuwige, dat altijd bestaan heeft en altijd zal bestaan.
Een vonkje levenskracht
Tjukurpa speelt een rol in je leven vanaf het eerste moment dat je beweegt in de buik van je moeder. In de levensvisie van de Aborigines heeft de mythische voorouder op zijn of haar tocht levenskracht achtergelaten in het landschap. Als een vrouw zwanger is en ze voor het eerst het kindje voelt bewegen, bepaalt de plek waar ze op dat moment is, van welke dreaming haar baby is. Want wat ze voelt, is het vonkje levenskracht dat overgesprongen is op haar kind. Gebeurt dat bijvoorbeeld op een plek die deel uitmaakt van een Djaware-dreaming, de mythische voorouder van de clan van de Wilde Honing in Arnhemland, dan hoort het kind bij de clan van de Wilde Honing.
Gezongen landkaart
Een Aborigine kind krijgt steeds opnieuw de verhalen van de dreamings te horen. Het verhaal wordt verteld, gezongen, je schildert het op je huid, het wordt uitgebeeld in dansen en er horen rituelen bij waarin steeds een diepere laag kennis wordt onthuld. Het wordt zo vaak herhaald dat je het letterlijk kunt dromen. Dat moet ook wel, want de dreaming is niet alleen een poëtisch scheppingsverhaal, de informatie die het bevat is letterlijk van levensbelang. Je zou het kunnen zien als een gezongen landkaart: als je het lied zingt terwijl je door het landschap loopt, zie je de herkenningspunten uit de tekst, en weet je dus waar je bent en welke kant je op moet. Maar de dreaming bevat ook informatie over waar je voedsel kunt vinden, waar je kunt slapen en waar de waterbronnen zijn. De gevaren onderweg, geneeskrachtige planten, veranderingen in de seizoenen, het zit er allemaal in.
Door een gebied lopen talloze routes van voorouders, maar de leden van een gezin hebben meestal verschillende dreamings, zodat je alles bij elkaar een compleet beeld hebt van het landschap en van de spirituele wereld. En hier wordt het pas echt fascinerend: iedereen kent het lied van de voorouder tot de grens van het eigen leefgebied. De volgende clan kent de volgende strofen van het lied, die de tocht door hún landschap beschrijven. Als je dus ‘bij de buren’ iemand kent met jouw dreaming, kun je elkaars coupletten leren en heb je een spirituele en feitelijke landkaart om door het gebied te reizen.
‘Elke dreamsong is een puzzelstukje,’ zegt didgeridoo-speler Eric Arthur Tamwoy (zijn vader komt van het volk Pidjandjarra, dat in de Central Desert leeft, en zijn moeder is afkomstig van Badu Island in de Torres Strait Islands). ‘En als je alle puzzelstukjes samen neemt, krijg je een plattegrond van Australië.’
Heilig landschap
‘Als je stopt met dromen, ben je verdwaald,’ is een vaak aangehaald Aboriginal spreekwoord. Lezers ‘van buiten’ denken daarbij dan aan ‘fantaseren over mooie dingen’. Maar voor de Aborigine volken betekent het dus iets heel anders. Je ‘droming’ is je gezongen routekaart. Als je de woorden en de melodie daarvan vergeet, dan herken je het landschap niet meer waar je doorheen loopt en verdwaal je inderdaad. Je raakt letterlijk de weg kwijt.
Maar niet alleen dat. Spiritualiteit, kennis, identiteit en landschap zijn in de Tjukurpa allemaal met elkaar verweven. Het is je navigatiesysteem, geboortebewijs, familiegeschiedenis, paspoort, bijbel en survival-handboek in één. Het landschap is geen losse verzameling stenen en bomen, het is bezield en je ziel maakt er deel van uit. Het is waar je uit voortkomt en waar je aan het eind van je leven naar teruggaat (want de mythische voorouder schiep bijvoorbeeld ook een donker stukje jungle als verblijfplaats voor de geesten van de doden). Dus als je stopt met dromen, raak je ook het contact kwijt met waar je vandaan komt en met wie je bent. Je bent, op een heel diepe manier, jezelf kwijt.
Dit artikel is ingekort en komt uit Happinez 07-2016.
Meer lezen over dromen?
Advies bij grote dromen: 5 tips van Rachel Hollis.